Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


Meister, Bibliothéca juris naturalis et gentium. Gottingen 1749-1757. Lehmann, H. Grotii manes ab iniquis obtrectationibus vindicati 1727 Ompteda. Litteratur des gesammten sowohl naturlichen als positiven Völkerrechts. Regensb. 1785. D. H. L. von Ompteda, Litteratur des ... Völkerrechts, Regensburg 1785 blz. 391. Joh.

Treite had ook al geloerd naar het blauwe flanellen hemd, met overgelegden halskraag en de geelzijde koord die met twee flosjes onder de kin was toegeknoopt. Aan zijn ondervest stonden twee reken koperen knopjes die bevielen Treite buitenmate en hij keek met meewarigheid op zijn eigene voeten, als hij de stevige, zwaargezoolde en vernagelde, waterdichte schoenen van Manes bezien en herbezien had.

Dat is nu niet slecht maar niet goed ook, 't kan nog beter, zie kerel, de buiten is goud weerd, ge verkoopt er al wat ge wilt ... dat ik geld had.... Treite luisterde met achting en verbaasdheid voor 't groot verstand van Manes en hij hoopte al een beetje zijn voordeel te halen uit die dingen. 't Kapetaal mankeert jongen, 't kapetaal! Treite knikte verstandelijk en hij tastte in zijn ondervestzak.

Naar buiten met zand, knikte Manes. En de condities? begon Treite omdat hij nu zeker was van 't eerste en 't andere er nog bij wilde. Te noen een knorre roggenbrood met zwijnsvleesch en pap, en ook wel een pinte bier. En t' avond? De kerel loech. t' Avond eten we bij de heeren in 't groot gasthof op de markt, met een flessche wijn, al naarvolgens de winst.

Ik heb je willen schaken om losprijs van je vader te krijgen, maar nu een gunstig noodlot je gevoerd heeft tot bijna in mijn armen, wil ik je omhelzen en zal je de mijne zijn en zullen alle deze schatten je toe behooren, o schoone maagd! Ik verschrikte hevig, toen ik plotseling Manes ter andere zijde, somber de brauwen fronsende, hoorde zeggen: Dionyzius, neem je in acht!

Nu gaan we den kost zoeken, jongen. 't Wordt tijd, dacht Treite. Ze reden op de werf van een boerenhof en Manes trad stoutweg naar de huisdeur en binnen de woning en wat later bracht hij waarachtig twee stukken brood met vleesch er tusschen bij Treite die de wacht gehouden had bij de honden. Ze kropen in de opene schuur en muffelden met gulzigheid den geschooiden kost binnen.

Aan den oever van den Styx. Zoolang de lijken onbegraven zijn, moeten de schimmen omdwalen bij den Styx zonder rust te vinden; zie Homerus' Odyssea XI. 51. Het Latijn, dat volgt, ad manes fratrum, aan de schimmen hunner broeders, is niet van het beste. Die aan Hecuba. In het Engelsch staat: de Koningin van Troje, waarmede Hecuba gemeend is.

En zij wees mij steeds en de roovers rondom stonden ontzet. Toen zeide Dionyzius: Haar geest doolt.... Zij is waanzinnig, zei Manes. Zij is waanzinnig, herhaalden alle de anderen. Zeg mij, o Charis, vroeg Dionyzius; waarom dwaaldet ge ver van uw vaders huis door deze streken, die iedereen vreest en at ge in onzen boomgaard de appels?

g'En zult hem toch geen kwaad doen?! smeekte 't oud wijveke en ze keek Manes drukkelijk in 't wezen en vouwde de handen. Als ze nu toch dood moet?! deed Manes verwonderd. 't Is van loutere ouderdom dat ze blind is geworden, maar een goed en trouw beest was het altijd. Meteen zwaaide hij den zak boven zijn hoofd en sloeg hem uit alle macht tegen 't wiel van zijn karre.

En eindelijk toch kwam Manes van achter den hoek en wenkte naar de honden, om voort te komen. We gaan een dorp verder, 't is hier gedaan. Ze sprongen op en de kar rotelde door de straat naar den overkant weer buiten de huizen. De zon was intusschen doorgekomen en onbewust was de vrees voor zeeverweer en regen bij Treite vergaan en onwetend genoot hij na van 't lustig voorjaarswindeke.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek