United States or Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Fernando wandelde door een der poorten der stad naar buiten. Het landschap vertoonde veel overeenkomst met het bouwland van zijn eigen rijk, maar het was met meer zorg bewerkt. Hier en daar lagen kleine sneeuwwitte boerenhofsteden in de dalen verborgen, en lange rijen maaiers en arenlezers verspreidden zich van daaruit in alle richtingen over de velden, want het was oogsttijd.

En de maaiers trekken in hun blauwe kielen Met de avondstarre naar het heideland, Met versloopte lijven en versloerde zielen, Met de hooge zeisen aan den gordelband. Bonte trompetter, Bloeiender lust Blinkende ketter, Kort is uw rust. Steekt g' in de luchtsmoor Brandende taal, Schemering vlucht voor Uw hoornsignaal.

Wij zijn eerst in April, en reeds staan de boekweitvelden, die de hooge bosschen boven op de heuvelen omzoomen, in vollen bloei. De rogge- en tarwehalmen, die iets lager groeien, en in November zijn gezaaid, zullen binnen vier of vijf weken voor den sikkel des maaiers vallen.

En Uilenspiegel verliet met Nele de vloot. En het Belgische vaderland zuchtte onder het juk, geworgd, gekneveld door de verraders. Toen was men in de maand van het rijpe koren; de lucht was drukkend, de wind zoel: onder den vrijen hemel, op een vrijen grond, konden maaiers en pikkers in de akkers vrijelijk het koren oogsten, dat zij gezaaid hadden.

Ja zelfs de maaiers hoort men, wanneer zij al maaiende zich in lange reien door de afgemaaide aren bewegen, in weerwil van den invloed der Zuid-Russische verzengende middaghitte, met stof, zonnegloed en zweet bedekt, toch, zeg ik, hoort men hen de zwoele lucht met liefelijke koorgezangen vervullen. Datzelfde doen met lust de arme, geplaagde soldaten gedurende hunne lange marschen.

Ontsteld en ontdaan als ik was, kon ik niet nalaten met die bedenkingen voort te gaan, toen een van de maaiers, door de plaats waar ik lag, tot op tien el afstands voorbij te komen, mij vreezen deed dat ik bij den eerstvolgenden stap zou worden doodgetrapt onder zijn voet of in tweeën gesneden door zijn sikkel.

Het was zoo'n warme dag, dat ik vreesde, dat de menschen zouden doodbranden en riep hen toe: 'Waarom brengt gij onze merrie niet hier, die twee dagreizen lang is, en een halven dag breed en op wier rug groote wilgenboomen groeien; zij zou wat schaduw kunnen geven op de plaats, waar gij werkt? Mijn vader, die dit hoorde, bracht snel de merrie en de maaiers werkten nu in de schaduw voort.

Hier was het me onmogelijk een stap verder voort te gaan, want de halmen waren zoo door elkaar gevlochten, dat ik er niet door kon kruipen en de baard van de omgevallen aren was zoo hard en puntig, dat hij mij door mijn kleeren heen in het vleesch stak. Tegelijkertijd hoorde ik de maaiers niet meer dan honderd el achter me.

Ze dacht aan moeder, die nu zeer tevreden zou zijn, en dan zonk precies de wereld weg om haar. Ze neep hare oogen dichte en zakte, zonder hope, te lore in haar overgroote leed.... De maaiers torten ook moe en zwaar, langs de gele wegen, alhier en alginder, sprakeloos, naar huis. Als ze vernam dat het huwelijk vast besloten was, bloosde Ursule van ingetogen vreugde.

Nu had hij vóór zich de oneindige wereld, die daar blij en vredig openlag, lijk een noodend paradijs. Beemden vol maaiers, omringd van zeiselengegons, en weiden rijk aan koeien daarover de perelgrijze lucht, die zich uitregende in dikke, langzame lekken, die de geurige ziel der aarde omhoog haalden. Hanen kraaiden.