Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 september 2025
Bert en Bruno stormden dadelijk naar hem toe, in de overtuiging dat zij reeds wonderveel nieuws te vertellen wisten. »O, o, wat ben je laat! Mijnheer Le Brun is den Keizer al te gemoet gereden!" riep Bert. »Met den prefect en den maire!" viel Bruno in. »Mijnheer Duterrage was er ook bij!" vervolledigde Bert weer, »en nog een heele boel andere heeren, wel twintig!" »Twintig?! Puh!
"Ge ziet," zeide hij; "te zamen negentien en een half; alzoo bijna twintig uren." "Ik heb wat ge zoekt, mijnheer de maire," antwoordde de Vlaming. "Mijn klein wit paard gij hebt het zeker wel eens zien voorbijkomen een klein vurig dier uit het Boulonneesche. Men wilde er eerst een rijpaard van maken, maar jawel, het sprong en steigerde en wierp iedereen af.
Dewijl hij maire was geweest, wist hij een kiesch probleem op te lossen, van 't welk hij alleen het geheim kende: den burgerlijken stand van Cosette. Had hij onbewimpeld haar afkomst gezegd, wie weet of dit mogelijk geen beletsel voor het huwelijk zou geweest zijn. Hij redde Cosette uit alle moeielijkheden.
Toen, bij den afloop van al de plechtigheden, na voor den maire en voor den priester alle mogelijke "ja's" te hebben uitgesproken, na op de registers van den burgerlijken stand en in de kerk geteekend, na hun ringen gewisseld, na arm tegen arm onder den witten moiré doek in den walm van het wierookvat geknield te hebben, zij aan elkanders arm, door ieder bewonderd en benijd, Marius in het zwart, zij in het wit, voorgegaan door den kerkeopzichter met colonelsepauletten, die met zijn hellebaard op de vloersteenen stampte, tusschen twee rijen verrukte toeschouwers, in het wijd geopende portaal der kerk verschenen, gereed om in het rijtuig te stijgen, waarmede alles gedaan was, kon Cosette het nog niet gelooven.
Een publieke vrouw een maire in 't gezicht spuwen, dat was iets zoo ongehoords, dat hij, zelfs bij het vreeselijkste dat hij zich kon voorstellen, het heiligschennis zou geacht hebben, te gelooven dat zoo iets mogelijk was.
"Mijnheer de maire," zei de bisschop, "en heeren burgers, ik zie wat u ergert; ge vindt het zeer hoogmoedig van een armen priester, dat hij rijdt op de wijze van onzen Heiland. Ik verzeker u, dat ik het uit nood en niet uit ijdelheid doe." Op deze rondreizen was hij verschoonend en zachtmoedig; hij preekte minder dan dat hij zich met de menschen onderhield.
De zuster ontstelde over het geheimzinnige, dat zij in dit alles vermoedde. Hij vroeg: "Kan ik haar zien?" "Zal mijnheer de maire heur kind niet tot haar brengen?" sprak de zuster, die nauwelijks een vraag durfde doen. "Zekerlijk, maar daar zijn ten minste twee of drie dagen voor noodig."
Ik kwam te Franceville terug en begaf mij naar de woning van den ouden maire dier plaats, den heer C. De blanken te Port-Vila vormen inderdaad een afzonderlijke groep, met een burgemeester en verdere ambtenaren, die de aangelegenheden van openbaar belang behartigen; de quaesties omtrent de wegen, de reiniging, de haven worden bestudeerd, en binnen korten tijd zal men goede rijwegen te Port-Vila hebben, leidend naar andere centra van kolonisatie.
Sedert eenige oogenblikken was de goede zuster in de apotheek met haar artsenijen en fleschjes bezig, alles dicht onder 't gezicht houdende, uit hoofde der nog heerschende ochtendschemering. Eensklaps wendde zij het hoofd om en slaakte een lichten kreet. Mijnheer Madeleine stond voor haar. Hij was ongemerkt binnengekomen. "Zijt gij 't, mijnheer de maire?" riep zij.
Ik kom, zoo als mijn plicht is, dit te uwer kennis brengen." "Wie is die dienaar?" vroeg mijnheer Madeleine. "Ik," zei Javert. "Gij?" "Ik." "En wie is de overheidspersoon, die zich over u te beklagen heeft?" "Gij, mijnheer de maire." De heer Madeleine stond van zijn stoel op.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek