United States or Marshall Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ja, dat heb ik," hervatte Legree met dreigende bedaardheid; "dat heb ik, Tom, als ge mij niet alles zegt wat ge van die meiden weet." Tom zweeg. "Hoort ge niet?" bulderde Legree, nu uitbarstende. "Spreek!" "Ik heb niets te zeggen meester," antwoordde Tom, langzaam en bedaard. "Durft gij mij zeggen, gij oude en zwarte Christen, dat gij het niet weet?" zeide Legree. Tom zweeg weder.

Het goed had voorheen aan een heer van vermogen en smaak toebehoord, die zich op het verfraaien daarvan had toegelegd. Nadat hij insolvent was gestorven, was het voor een prijsje door Legree gekocht, die het gelijk alle andere dingen, alleen gebruikte als een werktuig om geld te winnen.

Het was zijne moeder, en zij keerde zich van hem af, en hij viel al dieper en dieper, onder een verward gerucht van gillen en weeklachten en uitbarstingen van een duivelachtig gelach en Legree ontwaakte. De roode schemering van den dageraad vervulde het vertrek. De morgenster zag uit de heldere lucht, met haar plechtig, heilig oog van licht, op den man der zonde neder.

Zijn hart klopte sneller, zijn vaderland was in het gezicht en het uur der verlossing scheen op handen. "Wel, Tom," zeide Legree, die naar hem toekwam en hem ruw bij zijnen schouder vatte, vol opgekropte woede door zijne tanden sissende, "weet je wel dat ik mij heb voorgenomen om je te vermoorden?" "Dat is wel waarschijnlijk, meester," antwoordde Tom met kalmte.

Legree haalde diep adem, en zijne gramschap bedwingende, vatte hij Tom bij den arm en zeide, met zijn gezicht bijna vlak voor dat van zijn slachtoffer komende, met eene schrikkelijke stem: "Luister eens, Tom, gij denkt, omdat ik je voorheen heb losgelaten, dat ik nu niet meen wat ik zeg; maar deze maal heb ik mijn besluit genomen en de kosten berekend.

Had het woord zijne kracht verloren, of waren het schemerende oog en het vermoeide gevoel niet meer vatbaar voor den troost der heilige bladen? Met een zwaren zucht stak hij het boek weder in zijnen zak. Een woeste lach wekte hem uit zijne dofheid. Hij zag op, Legree stond voor hem. "Wel, oude jongen," zeide hij, "gij vindt dat uw godsdienst niet meer werkt, naar het schijnt.

Onder den schoorsteen stond een komfoor vol brandende houtskolen; want hoewel het weder niet koud was, waren de avonden in die kille kamer altijd vochtig en huiverig, en bovendien had Legree iets noodig om zijne sigaar aan te steken en water voor punch te verhitten.

"Ik zal er van avond nog naar gaan zien. Ik zal mijne pistolen medenemen, en...." "Doe dat," zeide Cassy. "Ga in de kamer slapen. Ik zou het wel eens van u willen zien. Schiet uwe pistolen af dat ook!" Legree vloekte en stampvoette. "Vloek niet," zeide Cassy. "Niemand weet wie u hooren kan! Wat was dat?" De klok, die in een hoek der kamer stond, sloeg twaalf.

Hoe het hiermede mag gelegen zijn, wij hebben bijzondere redenen om te weten, dat in de voor vast aangenomen spookuren eene rijzige gedaante in een wit laken door het huis van Legree ronddwaalde de deuren uit en om het huis heenzweefde nu verdween, dan weder verscheen, en eindelijk de steile trap weder opging naar die noodlottige vliering; en dat men des morgens alle deuren even vast gesloten vond als ooit.

Tom openbaarde op verschillende wijzen een teederheid van gevoel, een medelijden met zijne lotgenooten, dat voor Legree nieuw en vreemd was, en door dezen met wangunstige oogen werd bespied.