Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juli 2025
Aan haar al het schitterende der schatrijke verziering, aan haar Brisemontagne, aan haar de Schoone Slaapster, aan haar de Rijstebrij-berg en Luilekkerland; voor u de flauwe, dorre, ware werkelijkheid; voor u onze kleine groote mannen, onze wakende leelijken, en onze arme wereld, waar men niets omniet beeft!
Wij vertoeven hier eenige minuten om wat melk en boter te koopen; Sémiond nam ook een afzichtelijk leelijken knaap mede, om ons vaatje te helpen dragen, duwen en voortrollen. "Nadat wij de chalets van Ailefroide verlaten hadden, sloegen wij eensklaps links af: daar de zon naar het westen neigde, kwam ons nu de schaduw der bergen ten goede.
Ik ben geen vogelverslinder, die zijnsgelijken opeet. Hoe durven ze mij zoo'n leelijken naam geven?" Op een dag vlogen ze over een boerderij, waar veel kippen op den mesthoop liepen te pikken. "Een arend, een arend!" riepen ze, en begonnen hard weg te loopen, om een schuilplaats te vinden.
Neen, lach nu niet om zijn leelijken naam, het is niet Baar en ook niet Beer, zooals de menschen het altijd willen zeggen, maar iets, tusschen beide in, dat alleen Duitschers kunnen weergeven. Ik ben blij, dat wat ik van hem schrijf u bevalt, en ik hoop, dat u hem eens zult leeren kennen; Moeder zou zijn warm hart, en Vader zijn verstandig hoofd bewonderen.
Misschien wel ondergingen zij, in Gallië gevestigd, den invloed van het zachte klimaat en den vruchtbaren bodem.... Niet zelden geeft men hun den leelijken naam van «Luie of Vadsige koningen.» Of zij dien verdienden zal ik hier niet beslissen. Pepijn, bijgenaamd van Landen, behoorde tot een aanzienlijk geslacht; hij woonde in Haspengouw, waar hij uitgestrekte landgoederen bezat.
Voor zijn mooi guitig zusje, dat zoo prettig ondeugend zijn kon, had deze een waardiger echtvriend op het oog dan dien leelijken ex-afgevaardigde der Conventie te Marseille met zijn bloedig verleden.
De zeevisch ligt ten toon gesteld in manden en verspreidt een leelijken stank; verder ziet men ossenkarren, terwijl groote buffels met horizontale horens lange, met palmbladeren gedekte wagens trekken; politiesoldaten met rooden gordel en rooden fez loopen langzaam rond; gebronsde Europeanen, bijna zwarte kleurlingen met hoeden en vesten, maar zonder hemd, en overal raven, op de daken gezeten, die in groepjes op roof uittrekken en van den grond den afval oppikken, of een vrouw volgen, die haar portie gezouten of versche visch van de markt heeft gehaald, klaar, om als het oogenblik gunstig is, zich op de mand te storten.
En mijn vader Fauchelevent wil, dat ik hem mijnheer Jean noeme, en hem in een ouden, leelijken, beschimmelden kelder ontvange, welks muren een baard dragen, en waar in plaats van kristal ledige flesschen, en in plaats van gordijnen spinnewebben zijn. 't Is waar, ge zijt zonderling. 't Is uw manier. Maar men houdt zich een weinig in, ter liefde voor jonggetrouwden.
"Nee, da's gelogen!" valt Careltje in: "Menheer Kippelaan, die voor een half uurtje hier even aan 't raam was, wist alles precies van Mie de schoonmaakster: Sturk zou dokter zeker aan 't huis zijn gekomen, maar menheer Van Hake had hem tegengehouden, en een oogenblik later gelegenheid gevonden met den dokter door een zijdeur te ontkomen. Van Hake moet nog een leelijken veeg hebben gekregen.
Velen onzer zou het afdalen langs zulk een weg een onmogelijkheid zijn, deze kinderen komen als katten zoo vlug naar beneden. Zij springen, met naar weerszijden wijd uitgestrekte beenen, meer dan zij loopen. Van daar krijgen die beenen waarschijnlijk zoo'n raren leelijken vorm en loopen zij zoo potsierlijk als zij zich op den gewonen, rechten weg bewegen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek