Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Zijn buurman, de eigenlijke Fin daarentegen, is in den regel een rustig landman, en als zoodanig wordt hij door de Lappen verafschuwd. Deze gaan voor de nederzettingen der Finnen overal op de vlucht.

In den jare 1429 verscheen op een kasteel, aan den zuidelijken oever der Loire gelegen, waar de Koning toen zijn verblijf hield, een eenvoudig 17jarig meisje, #Jeanne Darc# genaamd, de dochter van een' landman uit Domremi. Ze verlangde bij den Koning te worden toegelaten.

Gelijk elke vruchtdragende wijnstok heeft ook de ware zijn eigenaar. Mijn Vader, zegt Jezus, is de landman. Hij heeft Christus in dezen wereldakker geplant. Hij bezit Hem, en draagt voor Hem zorg. Hier begint de uitverkiezing. Christus is door den Vader uitverkoren om de zonde der wereld weg te dragen voor Gods aangezicht. Christus is een planting, een gave Gods.

Het gelaat van den landman nam een achterdochtige uitdrukking aan, hij beschouwde den vreemdeling van het hoofd tot de voeten, en eensklaps riep hij met een zekere huivering: "Zoudt gij soms die man zijn?" Hij sloeg opnieuw een blik op den vreemde, trad drie stappen achteruit, zette de lamp op de tafel en nam het geweer van den wand.

"Gij schijnt vroolijk, landman!" zeide de reiziger, nadat de dorpeling zijn lied geëindigd en zijn groet met een wederkeerig gen avond beantwoord had. "Dat ben ik ook, koopman!" was het antwoord: "en wie zou ook niet vroolijk wezen op zoo een schoonen avond? en althans as men zoo een goede welkomt'huis met brengt, alhoewel de vracht zwaôr enoeg is."

Ik zing zoo van harte meê met den dichter van den 119den psalm: 'k Sloeg, eer ik wierd verdrukt, het dwaalspoor in, Maar nu geleerd, houd ik Uw woord en wegen. En bovendien, de Heere handelt met Zijn volk als de landman met zijn land. De boer ploegt en egt niet altijd door; maar als hij 't land alzoo bearbeid heeft, strooit hij zijn zaad uit, en geeft dan zijn land een lange wijle rust.

De landman gaat weer uit tot zijn akker, om dien voor de ontvangst van 't zaad te bereiden. Tegenover mijn raam staat van den morgen tot den avond een man te spitten. Met forschen stoot zet hij telkens de spade in den grond. Alsof ze een veer ware, licht hij de losgewrongen kluit met zijn spade op. Met een lichte handbeweging werpt hij den klomp aarde in stukken op haar plaats.

"Zoo half en half," was het antwoord van zijn reisgenoot. "Wel me dunkt wel hiel ende al," hernam de landman, hem van top tot teen in oogenschouw nemende: "en mot je nog ver loopen, eer je oe voor een viertje drogen kunt?" "Nog een goede stond. Ik ga naar Sonheuvel." "En zal oe met dat natte pak den Rijn overvaren? Dat zal pardienne niet beuren. Eerst kan je in onze keuken oe wat wermen, man!"

In afwachting daarvan, stapte ik echter rustig voorwaarts, en ik geloof zonder ijdelheid te kunnen zeggen, dat ieder landman, die mij met een vasten en gelijken tred zijn hoeve zag voorbijgaan, wel dadelijk bespeuren kon, dat een voetreis geen ongewone zaak voor mij was, en dat ik niet tegen de ongemakken opzag, die haar gemeenlijk vergezellen.

Als leiddraad tot ons onderzoek volgen wij een schrijver, die den meesten kaasboeren in ons land zeker bekend is, den heer J. BOUMAN, landman in de Beemster.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek