Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Die verrassende klanken deden de moordenaars nog eens terugdeinzen, en Wamba, ofschoon onvolkomen gewapend, aarzelde niet om er op los te gaan, en den Zwarten Ridder in het opstaan behulpzaam te zijn. "Schaamt u, valsche lafaards!" riep de ridder uit, die de aanvallers scheen aan te voeren; "vlucht gij voor den blooten klank van een horen, door een nar geblazen?"

Ook Erp was uitgereden, geheel alleen, hij was zonder te morren ter wraakneming uitgereden. Hij ontmoette zijn beide broeders en zeide tot hen: "Aan lafaards wijst men den weg tevergeefs." De broeders hoonden hem en zeiden: "Bastaard! Waarin zoudt gij ons kunnen helpen, bruine Neveling?" Zij trokken de zwaarden uit de scheeden, en zwaaiden ze tot groote vreugde van de doodsgodin.

Hij haat lafaards en klikkers met een volkomen haat; hij zal nog al eens gauw zijn vuisten uitsteken, maar spaart in 't vechten zijn partij; hij speelt niet valsch; hij heeft een bestendigen inktvlak op zijn overgeslagen halsboord, en wel wat neiging om zijn schoenen scheef te loopen; hij houdt zijnen vader staande dat hij over ijs van één nacht loopen kan, en beschikt over vriezen en dooien naar lust en welgevallen; hij eet altijd een boterham minder en leert eene les meer, dan waar hij trek toe heeft; hij gooit een steen tienmaal verder dan gij of ik, en buitelt driemaal over zijn hoofd zonder duizelig te worden.

Als mij een tand pijn doet, laat ik dien aanstonds uittrekken, terwijl vrouwen en lafaards zich weken lang kwellen en angstig maken, om de smartelijke kunstbewerking slechts niet op staanden voet, maar zoo laat mogelijk te ondergaan. Ik verbeid het gevaar met onwankelbaren moed, en hoop dat het zich spoedig moge vertoonen, om het des te eerder achter mij te hebben."

Niemand mag zich vermeten, om een enkelden vijand te vervolgen, alzoo, zeide hij, is mijn besluit. Terwijl wij daarmede reeds bezig waren, kwam de wind ons voor de boeg tot schrik van de lafaards en der vrouwen, omdat wij geene slaven hadden, dan die ons vrijwillig gevolgd waren. Wij konden den vijand dus niet door roeijen ontkomen. Maar Wralda wist wel, waarom hij zoo deed.

Doch dit was, helaas! niet het geval: reeds bij den eersten aanval der Spanjaarden wierpen vele lafaards de wapenen weg en vluchtten. Eene grenzenlooze verwarring ontstond in het geuzenleger; de vlucht werd weldra algemeen. Het was niet langer een slag, maar eene slachting, om het woord des dichters hier te bezigen. De Spanjaarden hieuwen de vluchtelingen bij geheele hoopen neder.

Alhoewel van zulke gewelddaden niet sprekende, beklaagde Robrecht Sneloghe met ware deelneming het onrechtvaardig vonnis en drukte de meening uit dat het waarlijk tijd was om geweld tegen geweld te stellen, wilde men niet door de Isegrims zelven worden aangezien als lafaards, die men zonder vrees van tegenstand mag vervolgen en verdrukken.

Zult gij lijden dat men onze stad verbrande? En zult gij als lafaards uw vrouwen en kinderen in de vlucht volgen? Arme zielen die gij zijt!" "Altijd driftig altijd vervoerd!" antwoordde Deconinck. "Wat spreekt gij nu van branden? Wees verzekerd dat de Fransen niets verbranden zullen." "Maar meester Pieter, zijt gij blind? Ziet gij de vlam niet die boven onze muren stijgt?"

Zij immers moest, evenals ik zelf, zich eenzaam en ongelukkig voelen in de wereld; en hoewel ik zeer goed wist dat twee gekken nooit éénen wijze maken, noch twee lafaards éénen held, zoo waren mij toch wel gevallen bekend, waarin twee eenzaamheden de som hadden opgeleverd van ééne volmaakte gezelligheid, en twee ongelukkigheden die van één onmetelijk geluk.

Zoodoende schamen de jonge dames zich even erg lafaards en dwazen te zijn als de mannen, en verachten alle lichaamsversieringen, behalve ordentelijkheid en zindelijkheid; ook bespeurde ik geen verschil in hun opvoeding, om het verschil van geslacht, alleen waren de lichaamsoefeningen van de meisjes minder inspannend dan die van de knapen, en leerden ze het een en ander van de huishouding meer, en een hoeveelheid algemeene wetenschap minder; maar toch ook niet heelemaal geen wetenschap, want hun stelregel is, dat de vrouw van stand, daar ze toch niet altijd jong kan wezen, tenminste altijd een redelijke en aangename gezellin moet kunnen zijn.

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek