United States or Saint Pierre and Miquelon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij haat lafaards en klikkers met een volkomen haat; hij zal nog al eens gauw zijn vuisten uitsteken, maar spaart in 't vechten zijn partij; hij speelt niet valsch; hij heeft een bestendigen inktvlak op zijn overgeslagen halsboord, en wel wat neiging om zijn schoenen scheef te loopen; hij houdt zijnen vader staande dat hij over ijs van één nacht loopen kan, en beschikt over vriezen en dooien naar lust en welgevallen; hij eet altijd een boterham minder en leert eene les meer, dan waar hij trek toe heeft; hij gooit een steen tienmaal verder dan gij of ik, en buitelt driemaal over zijn hoofd zonder duizelig te worden.

En plotseling, op het oogenblik zelf dat achter haar twee negers komen aansnellen die haar grijpen willen, werpt zij een laatsten schreeuw uit en springt van meer dan honderd meters hoog met haar kind in den stroom... Op die plaats, meester, buitelt het water van den Congo in wild-schuimende draaikolken over een bed van scherpe rotsblokken.

Gedurende deze bewerking buitelt het paard, van schrik en verbazing dat het aldus om zijn midden gebonden wordt, voortdurend over den grond en verkiest niet op te staan voordat het geslagen wordt. Als dan eindelijk het zadelen is afgeloopen, kan het arme dier van vrees nauwelijks ademhalen en is wit van schuim en zweet.

Op een oneffen bodem beweegt hij zich langzamer; vooral kost het hem moeite om bij hellingen naar beneden te gaan, omdat hij hier wegens de hevigheid van den sprong licht over den kop buitelt. Uren lang kan het dier trouwens deze bewegingswijze volhouden zonder vermoeid te worden.

Deze Vogel maakt steeds een aangenamen indruk, hetzij men hem op een rotsblok ziet zitten, of hem bij 't zwemmen en duiken, of vliegen bespiedt. Bij 't zitten is hij gewoon den geheelen loop op den grond te laten rusten, den romp een nagenoeg verticalen stand te geven en met bevallige kronkelingen van den hals den kop heen en weer te bewegen. In 't zwemmen is hij zeer bedreven: lichter dan zijne verwanten rust hij op het water, daar gewoonlijk slechts een klein deel van den romp ingedompeld is. Bij 't roeien worden de fraaie, roode voeten dikwijls zichtbaar. Om te duiken strekt hij beide pooten met kracht achterwaarts, buitelt tevens zonder gedruisch over den kop, breidt onder water dadelijk de vleugels uit en gebruikt ze tegelijk met de voeten als roeiriemen. Na hoogstens twee minuten komt hij weer boven om te ademen. Het vliegen schijnt hem betrekkelijk weinig moeite te kosten, hoewel hij de vleugels zeer snel, als 't ware gonzend, bewegen moet. Om van 't water op te vliegen, neemt hij een korten aanloop; op een zekere hoogte gekomen, is zijn vlucht echter veel sneller dan men aanvankelijk vermoed zou hebben; schielijk bereikt hij een aanzienlijke hoogte, b.v. het hooge gedeelte van de rots, waar zijn nest zich bevindt. Naar 't water terugkeerend, breidt hij eenvoudig de vleugels uit, zonder ze eigenlijk te bewegen. De Kleine Zeekoeten toonen een zachtzinnig, goedaardig, verdraagzaam karakter. Op de broedplaatsen verschijnen zij in 't begin van Maart, op een grooten vogelberg hoogstens een dertigtal, die zich om de overige zeevogels niet schijnen te bekommeren, ieder paar steeds afgezonderd te midden van millioenen Zeekoeten van andere soorten. Als een mensch de broedplaats nadert, zal het paartje wachten, tot hij op een afstand van slechts 15

Hij wentelt zich, als een slapende Hond ineengerold, van de eene zijde op de andere, springt in 't rond, buitelt over den kop, gaat op de achterpooten staan, en vertrekt zijn gezicht op de zonderlingste wijze, als hem het een of ander stuk voedsel wordt gegeven. Bovendien heeft hij een betrekkelijk goedaardig, vriendelijk en oprecht uiterlijk.

Het witte balletje, door de handige vingers van den croupier bewogen, draait en wipt en buitelt, zet zich eindelijk in een der gleufjes, onder een nummer vast. Sept, rouge, impair et manque, klinkt ritueel en kalm de stem van den croupier.

Maar uit het kristal komt gij nu eenmaal niet, als ik u niet help; ik kan niet tot u omhoogreiken, maar mijn meter, de rat, die vlak over u, gelijkvloers woont, zal het plankje doorknagen, waarop gij staat, dan buitelt gij naar beneden en ik vang u op in mijn schort, zoodat ge uw neus niet stukvalt, doch mooi uw gave gezicht behoudt en ik breng u fluks naar het juffertje Veronica, dat gij zult huwen, zoodra gij hofraad zijt.”