Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 mei 2025


Kort en goed: ik laat mij niet dwingen tot iets, dat ik nog niet in mij zelf voel als een noodzakelijkheid, al hebben Robbers en anderen het ook geschreven. Daar mogen ze om lachen: 't laat mij koud! Ik wil het hoogste! Bij "Menschenwee" heb ik daar ook naar getracht. En ik weet beter dan iemand, dat men geen compleet werk kan leveren.

Een heer mag een dame niet ophouden, wel echter met haar meeloopen. Een dame spreekt slechts zelden een heer aan op straat. Op straat behoort men zacht te spreken en vooral nooit hardop namen te noemen, ook luid lachen staat niet voornaam, dat kan men thuis doen.

Ja, eens door een cavalerie-officier, met zielvolle oogen en een rijzige gestalte, en eens... kind, schei toch uit zoo te lachen! Moet ik dan nog flauwer zijn, dan ik al ben, om je te doen bedaren? Kom, ik ga naar den zolder.

»Ik wil het graag gelooven," antwoordde luitenant Bronsfield, die in het geheel niet in deze verrukking deelde. »'t Is maar ongelukkig, dat wij nimmer tijding uit de Maan zullen krijgen." »Met uw verlof, luitenant," vroeg de adelborst, »maar kan de voorzitter Barbicane niet schrijven?" Een algemeene uitbarsting van lachen was het eenig antwoord.

Doch wanneer zij ons hunne plannen toonen, lachen wij hen uit. Het is een moeilijk geval. De aandacht op bestaande toestanden te vestigen en hun verhouding tot bestaande verschijnselen vast te stellen, is nog niet hetzelfde als uit te maken in hoever een veranderde toestand nieuwe verschijnselen zal medebrengen en hoe deze verschijnselen ons ten goede zullen komen.

Zeer dikwijls hoort ge hem afgeven op sommige misbruiken of lachen met enkele kleingeestigheden, maar wacht u wel, hem gelijk te geven of naar zijn kritiek verder onderzoek te doen, dan zult ge onmiddellijk bespeuren, dat hij zich tegen u keert en dat er niets aan is van wat hij zooeven zei.

Toe, laten we nu maar gauw nog eens repeteeren. Kom Lizzie, sta nu op van die canapé en begin te spelen." Elsje gehoorzaamde. Louise, Cécile en Cato gingen op de canapé zitten, dicht bij elkaar, met spottende gezichten, alsof zij afgesproken hadden, nu eens flink om Elsje te gaan lachen.

In de volgende dagen werden de bruiloftsfeesten met grooten luister gevierd; de zalen van het koninklijk slot weergalmden van het gejoel der feestvierende menigte, op de grasvelden in het park deden de potsenmakers met hunne kluchtige sprongen en buitelingen de omstanders schudden van het lachen en in een hoek van den tuin vermaakte Arthurs hofnar het gezelschap met zijne dolle kwinkslagen.

Sttt! zeiden de Prætorianen. Dat mag je hier zoo niet zeggen.... En ik zeg het toch, zei Cecilianus, steeds snikkend. Het is een gemeene schurk. Die edele Crispinus is een gemeene schurk. Wat hoefde die mijn broêrtje meê te nemen.... Had die mij dan ook maar meê genomen.... Maar hij zei: eén Tarbotje was genoeg.... De Prætorianen poogden te lachen.

Zij had gelijk: lief had hij haar niet: kon hij dan nu anders zoo lachen en pleizier maken, ? Neen, lief had hij haar zeker niet: Hij was er trotsch op geweest, háár veroverd te hebben, háar, de zelfstandige, fiere, door en door degelijke.... dat had hij "pikant" gevonden. Ook dáárin had zij gelijk.

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek