Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Een der schoonste getuigenissen, die Tacitus van de Duitschers geeft, is vervat in deze weinige woorden: "niemand lacht bij hen om de ondeugd."
Getroost en gelukzalig was de oude vrouw; zij hield haar kind tegen de borst gesloten en staarde met zuigende blikken haar in de oogen. «O, Siska, mijne lieve Siska!» herhaalde zij, bevend van ontsteltenis. Niet waar, zulke oogenblikken zouden talrijk in het menschenleven moeten zijn? Maar, o ramp, daar lacht iemand!
Breng mij bij haar; ik moet geld voor mijn schip hebben." "Dat zal Hare Majesteit, naar ik vrees, u niet zoo grif toestaan. Zij heeft zich deze maand een half dozijn nieuwe costumes aangeschaft en modemaakstersrekeningen genieten in het oog eener vrouw de voorkeur boven de benoodigdheden voor de uitrusting van een schip," lacht Cecil, maar bestelt toch zijn rijtuig.
Ik bid u, ik smeek u, danst voorzichtig, lacht zachtjes, want er wordt zooveel onheil gesticht, als uw dunne zijden schoentjes op menschenharten treden, en uw zilveren lach kan zielen tot vertwijfeling brengen.
Allah heeft hem ruim gezegend. Hij is zestig jaar. En hij lijkt goed veertig. Hij lacht lief gevleid. Maar ik had zijn vader moeten kennen. Die was wel tachtig jaar toen hij stierf. Allah is groot. Hij had acht zonen. Zij waren heel blij, toen de vader stierf. Zeker, heel blij. Want zoolang hij leefde, kon hem nog van alles overkomen, nietwaar? Nu is hij veilig bij Allah. Allah is groot.
Straks als hij 't Groote orkest der natuur in 't bosch zal gehoord hebben, dan lacht hij er zelf om of, hij lacht er niet om, en misschien is 't nog beter. ANTWOORD VAN DE WEDUWE SAM
Jij houdt er veel te veel van, je neus in dingen te steken, die je niet aangaan; iedereen in 't Huis lacht er om als je je rug gekeerd hebt en je maakt er je elk uur van den dag bespottelijk mee. Ga weg, vooruit!« Mr. Bumble, die onder ware folteringen zag wat een schik de twee oude vrouwtjes hadden, en hoe luidruchtig zij samen gichelden, aarzelde een oogenblik.
Hier mangelt het voorwaar niet aan verzen: lees dit maar, al wederom van Vondel, en dat u meteen de verklaring geeft van de twee borstbeelden boven den ingang: Tooneelspel quam in 't licht tot leersaem tijdverdrijf, Het wijckt geen ander spel, nocht konincklijke vonden, Het bootst de weereld na: het ketelt siel en lijf; Het prickelt ze tot vreughd of slaet ons soete wonden, Het toont in 't klein bestek al 's menschen ydelheyd, Daar Demokryt om lacht en Heraklyt om schreyt.
Het nadert, het dreigt, het lacht, het staat voor onze poorten. Maar laat ons niet wanhopen. Verkoopen wij het veld, waar Hannibal legert. Wat hebben wij, die gelooven, te vreezen? De ideeën kunnen evenmin teruggaan als de rivieren. Dat zij, die deze toekomst niet willen, dit wel overwegen. Door den vooruitgang af te wijzen, is 't niet de toekomst welke zij veroordeelen, maar zich zelven.
'Als zij Alva kunnen leenen, kunnen zij het mij ook doen, dacht zij. Volgens de persoonlijke aanwijzingen van de Koningin van Engeland maakte ik mij meester van de achthonderd duizend zilveren kronen." "En dat maakte Alva bijna razend! Ik zie hem nog voor mij," lacht de schilder, "op den morgen, dat hij het bericht ontving, in blinde woede aan de beide punten van zijn baard rukkende.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek