United States or Poland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Goddank!" En hij zonk machteloos neder. Javert had zich met langzame schreden uit de straat de l'Homme-Armé verwijderd. Hij ging voor het eerst van zijn leven met gebogen hoofd en ook voor het eerst van zijn leven met de handen op den rug.

Jean Valjean hernam: "Ik geloof niet, dat ik hier uit zal komen. Mocht het toeval echter, dat ik behouden bleef, weet dan dat ik, onder den naam van Fauchelevent, in de straat de l'Homme-Armé No. 7 woon." Javert fronste het gezicht als een tijger, die zijn mond half opent, en tusschen de tanden mompelde hij: "Pas op!" "Ga," zei Jean Valjean.

Maar vermoei u niet, steun niet op uw elleboog, ge zult u pijn doen. O, hoe gelukkig ben ik! 't Ongeluk is dan voorbij. Ik ben heel en al dwaas. Ik wilde u een en ander zeggen, maar ik ben 't geheel vergeten. Bemint ge mij altijd? Wij wonen in de rue l'Homme-Armé. Er is geen tuin. Al dien tijd heb ik pluksel gemaakt, zie mijnheer, 't is uw schuld, ik heb eelt aan den vinger." "Engel!" zei Marius.

Telkens wanneer hij zich tegenover deze voorbeeldelooze, door hem gepleegde daad plaatste, beefde hij van het hoofd tot de voeten. Waartoe te besluiten? Er bleef hem slechts één middel over: haastig naar de straat de l'Homme-Armé terug te keeren en Jean Valjean in hechtenis te nemen. 't Was duidelijk, dat hij dit doen moest. Maar hij kon niet. Iets belette hem den weg naar dien kant. Iets? Wat?

Zij woont in de rue de l'Homme-Armé No. 7. Ha! nu zijn wij er! Ge wilt haar. Nu, ge zult haar hebben. Dat verrast u.

Eensklaps sloeg hij de oogen op; men ging in de straat, hij hoorde voetstappen nabij zich, en bij het licht der straatlantaarn, naar den kant der straat, die bij het Archief uitloopt, zag hij een bleek, jeugdig en opgewekt gelaat. Gavroche was in de rue de l'Homme-Armé gekomen. Hij zag naar boven en scheen iets te zoeken. Hij zag zeer duidelijk Jean Valjean, maar lette niet op hem.

Cosette bemint u zoozeer! Vergeet niet, dat ge hier uw kamer hebt. Wij willen niets meer van de straat de l'Homme-Armé weten. Hoe kondt ge toch in die straat gaan wonen, die ongezond, somber, koud, leelijk is, en die geen uitgang heeft? Gij moet hier uw intrek komen nemen. En wel van heden af. Of ge zult met Cosette te doen hebben.

Vaak gebeurde het, dat Cosette van Jean Valjean sprak en zich verwonderde. Dan stelde Marius haar gerust: Hij is van huis, geloof ik. Heeft hij niet gezegd, dat hij op reis ging? 't Is waar, dacht Cosette. Zulke afwezigheden waren bij hem gewoon. Maar niet zoo lang. Twee of drie keeren zond zij Nicolette naar de straat de l'Homme-Armé, om te vernemen of mijnheer Jean van zijn reis terug was.