Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Maar zie, De ster van 't Oosten is verbleekt, en Asia Wacht in dat ver-verwijderd Indisch dal, 't Oord van haar droeve ballingschap, eens ruw, Eenzaam, bevrozen, gelijk dit ravijn, Doch nu gehuld in schoon gebloemte en kruid, Vol zoete winden en geluiden zwevend In 't woud en langs den vloed, door de atmosfeer Van haar herscheppend bijzijn, die zou kwijnen Als zij niet éen met de uwe waar'. Vaarwel.
Neen! ik zeg het u, de ure zal weldra slaan, waarin men u ketenen zal, ja ketenen in de banden eener zegenrijke wet! Edelen, en grootmachtige wetgevers in den Staat! Ziet, daar valt de smeekbrief neer voor uwe voeten. Nogmaals, ten laatste: De kranke stad en hare zusters snakken naar redding en artsenij. Gij vraagt den boodschapper niet waar het kruid is te vinden, het kruid dat hulpe kan geven.
Daar intusschen de slangen de gewoonte hebben aangenomen om op den grond te kruipen en onder het kruid zich te verbergen, heeft door de steeds herhaalde inspanning om zich uit te rekken tot het passeeren van nauwe openingen het lichaam een aanzienlijke lengte gekregen buiten verhouding tot de dikte. Pooten zouden dan ook voor deze dieren ten eenen male van onwaarde geweest zijn en dus overbodig.
Shawondasee, log en langzaam, Had zijn woning ver in 't Zuiden, In het slaaprig zonneschijntjen, In den eindeloozen zomer. Hij was 't, die de vogels uitzond, D'Opechee of 't roodeborstjen, 't Blauwe vogeltjen, d' Owaissa, Met de Shawshaw of de zwaluw, En de wilde gans, de Wawa; Hij, die naar het verre Noorden 't Nikotiaansche kruid, meloenen, En de purpren druiven opzond.
Zoo komt het, dat het heel vaak piepende wiel tot rust komt onder de linden; de honing blijft voor de honingmakers; de gedachten volgen de bijen in den korf; of ook wel richten zij zich naar ver over de zee, waar de groote aanplantingen zijn, en het droge kruid dat nu het pijpje vult, ééns een frisch blad was in een zee van groen, geplekt met de kleur der bloemen; daarboven gonzen de bijen, wier voorgeslacht misschien van die zelfde plek voor Oud-Engeland over gekomen was, waar nu dit blad opgaat in rook, en rustig peinzen kweekt.
Toen de kinderen hoogst verheugd met het geld vertrokken waren, ontdekte de man, dat het kleine diertje aan den voet gewond was. Hij legde er onmiddellijk een zeker kruid op, waardoor de pijn spoedig bedaarde. Toen hij op korten afstand een troep oude vossen zag, die hem in het oog hielden liet hij edelmoedig het diertje loopen, dat in snelle vaart naar zijn ouders sprong en hen voortdurend likte.
Maar de sergeant, die er toen de wacht had, gaf hun dit moedig bescheid, dat er kruid en lood genoeg binnen de stad was, om hun eisch voeglijk te beäntwoorden, waarna hy hen verjaagde, de valbrug liet ophalen, en de poort sluiten.
We begrijpe mekaar ... En as je dat fijne segaartje nou heb uitgerookt da'k eerst méé profiteer van die lucht geef mijn dan 't peukie om te pruime. Want 't is zonde voor ... de Natuur, dat er van zu'k edel kruid een kruimpie verlore mocht gaan. Maar róóke, dat doen ik nooit.
Aleveneens blijft deze jonge Vrouwe Bevroren zooals sneeuw die ligt in schaduw; Want evenmin ontdooit haar als een' steen Het zoet getijde dat verwarmt de heuvlen En weer hun wit verkeeren doet in groen, Naar het met bloemen hen bekleedt en kruid.
Met zwakke stem begon de zieke te spreken en hij gaf zijn vriend nog eens den ouden vertrouwelijken bijnaam uit hun diensttijd: »Lange, je ziet het wel; het loopt met mij af. Ik zal de Negeri-koud niet meer terugzien. Zit nou maar niet zoo sip te kijken. Er is voor mij geen kruid gewassen. En och, ik ben al aan het idee gewend. Maar ik ben heel blij, dat ik je nog één keer ontmoeten mag.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek