Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juli 2025


Zij beproefde een list en begon te roepen: "Panharing! panharing!" en zoo lang schreeuwde zij, tot haar muil krom getrokken was: daarom heeft de schol een scheven muil. Hier treedt het verhaal dus weer in dienst der natuurverklaring. Zie De Mont-De Cock, Vlaamsche Vertelsels, bl. 97 vlg.; Boekenoogen, in Volkskunde XV, bl. 72 vlg.; Cornelissen en Vervliet, Vlaamsche Volksvertelsels, bl. 224.

Gemelde EBBER was een verschrikkelyke wreedaart: een geheel jaar lang folterde hy een jongman van veertien jaaren, genaamd CADETTI; men geesselde hem alle dagen, geduurende de eerste maand; men liet hem op den grond en op den rug met yzers aan de voeten slapen, geduurende de geheele tweede maand; men deed hem een driehoek om den hals, geduurende de derde maand, om hem te beletten van in de bosschen te loopen; geduurende de vierde maand ketende men hem nacht en dag in een honden-hok, aan den waterkant, met last om te roepen, zoo dikwils 'er een vaartuig of kano voor by voer; de Opzichter veranderde eindelyk de straf van maand tot maand, en altyd op eene nieuwe manier; het gevolg daar van was, dat deeze jongeling geheel krom wierd; hy scheen geheel van gevoel beroofd te zyn, en had geen ander voorkomen, dan van een beest.

Bedrijvig kwam een schonkerig, kromgegroeid bestje met een glimmende kool in een stooftest aangejacht. De tongpunt stak tusschen haar verwelkte paarse lippen en de geslonken borst hijgde piepend onder de inspanning waarmee het krom geraamte-lijfje zich voorwaarts repte.

Kaats ons den schijn, als gouden looverhoofden welvend uit diepten van een somber woud, den schijn dier zon, waarin wij nóg geloofden in schaduw droef en koud. Hard drukt de last der schoonheidlooze dagen, niet d'onze, maar der broederen rondom, die ons bestaan door eigen derving dragen, 't lijf der gerechten krom.

Men vindt aldaar ook zeer fraaije vierkante blokken, waar van men planken zaagt, die zeer geschikt zyn om de huizen te beschieten; maar niet zeer goed zyn voor vloeren of zolders, om dat dit hout krom buigt. Men vindt deezen boom insgelyks in de diepten der Plantagiën, aan de west-kust; maar zy zyn aldaar kleiner.

Zij zou één voor één de koninklijke cellen openrukken; en met één slag van haar wreed, krom zwaard, dat de bijenkoniginnen alleen voor haar gelijken in rang gebruiken, zou zij meedoogenloos de bewoonsters afmaken en haar eigen opperheerschappij dus hernieuwen. Maar een geweldigen slagboom vindt zij op haar weg den gemeenschappelijken wil in den korf.

»Hij zwiept lekkerzei Bob, die hem zoo krom mogelijk maakte en toen plotseling aan den eenen kant losliet, wat het gevolg had, dat het losse eindje met kracht tegen het linkerbeen van Pieter terecht kwam. 't Deed hem zeker nog al pijn, want hij sprong wel een halven meter in de hoogte, en riep: »Au! Au!» »Excuseer!

Als zij op is gestaan, kan men zien, dat, zij eenigszins gebogen gaat; haar lange, vrij grof gebouwde gestalte is min of meer krom in den rug geworden door arbeid en door ’t rondom haar sluimerende zevental, dat zij ’t levenslicht schonk. „Wat is er dan, Jan?” vraagt zij, over ’t bed gebogen, met een licht Overijsselsch accent. „Heb je pijn in je mondje? Ben je koud, kereltje?

Ik heb den laarzenmaker in zijn pothuis nog nooit anders gezien dan in dezelfde gebogen houding, den rug krom, het mager lijf zwemmend in de luchtvolheid van het boezeroen, het hoofd kijkend naar de rustelooze handen. Zoo'n man lijkt niet van het leven te zijn. Maar hij is er van.

Met weinig plechtigheid binnengeleid, vol vrees en aarzeling en met vele ootmoedige buigingen binnentredende, naderde een lange, magere grijsaard, die echter door de gewoonte van krom te gaan, veel van zijn wezenlijke grootte verloren had, het benedeneinde der tafel.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek