Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juli 2025
By myne te rug komst op de Hoop, sprak de Opzigter der Plantagie, EBBER, my aan, en zeide my met traanen in de oogen, dat hy veroordeeld was in eene boete van twaalf honderd guldens, ter zaake dat hy dezelfde straf aan een mans slaaf had doen uitvoeren, maar met dit onderscheid, dat het ongelukkig slachtöffer staande de straföeffening stierf.
Het geruisch der slagen, en het grievend geschreeuw deezer ongelukkigen, lieten zig meer dan anderhalf uur hooren, en deeze wreede strafoeffening eindigde niet, dan met den dood van één van beiden. Men dagvaardde EBBER dadelyk wegens begaane moord. Hy wierd overtuigt, en alleenlyk in de zoo even gemelde boete verwezen.
Gemelde EBBER was een verschrikkelyke wreedaart: een geheel jaar lang folterde hy een jongman van veertien jaaren, genaamd CADETTI; men geesselde hem alle dagen, geduurende de eerste maand; men liet hem op den grond en op den rug met yzers aan de voeten slapen, geduurende de geheele tweede maand; men deed hem een driehoek om den hals, geduurende de derde maand, om hem te beletten van in de bosschen te loopen; geduurende de vierde maand ketende men hem nacht en dag in een honden-hok, aan den waterkant, met last om te roepen, zoo dikwils 'er een vaartuig of kano voor by voer; de Opzichter veranderde eindelyk de straf van maand tot maand, en altyd op eene nieuwe manier; het gevolg daar van was, dat deeze jongeling geheel krom wierd; hy scheen geheel van gevoel beroofd te zyn, en had geen ander voorkomen, dan van een beest.
De Neger, terwyl de Opzichter den brief van zynen medebroeder van de nabuurige Plantagie, hem over deeze zaak geschreven, las, vond middel om te ontsnappen, en verschool zig in het bosch. EBBER, woedend zynde, wreekte zig op de twee slaven, die den gevangen hadden laten ontkomen, en deed hen op de werkplaats van den timmerman vast binden.
Gemelde EBBER was een verschrikkelyke wreedaart: een geheel jaar lang folterde hy een jongman van veertien jaaren, genaamd CADETTI; men geesselde hem alle dagen, geduurende de eerste maand; men liet hem op den grond en op den rug met yzers aan de voeten slapen, geduurende de geheele tweede maand; men deed hem een driehoek om den hals, geduurende de derde maand, om hem te beletten van in de bosschen te loopen; geduurende de vierde maand ketende men hem nacht en dag in een honden-hok, aan den waterkant, met last om te roepen, zoo dikwils 'er een vaartuig of kano voor by voer; de Opzichter veranderde eindelyk de straf van maand tot maand, en altyd op eene nieuwe manier; het gevolg daar van was, dat deeze jongeling geheel krom wierd; hy scheen geheel van gevoel beroofd te zyn, en had geen ander voorkomen, dan van een beest.
De Neger, terwyl de Opzichter den brief van zynen medebroeder van de nabuurige Plantagie, hem over deeze zaak geschreven, las, vond middel om te ontsnappen, en verschool zig in het bosch. EBBER, woedend zynde, wreekte zig op de twee slaven, die den gevangen hadden laten ontkomen, en deed hen op de werkplaats van den timmerman vast binden.
Het geruisch der slagen, en het grievend geschreeuw deezer ongelukkigen, lieten zig meer dan anderhalf uur hooren, en deeze wreede strafoeffening eindigde niet, dan met den dood van één van beiden. Men dagvaardde EBBER dadelyk wegens begaane moord. Hy wierd overtuigt, en alleenlyk in de zoo even gemelde boete verwezen.
By myne te rug komst op de Hoop, sprak de Opzigter der Plantagie, EBBER, my aan, en zeide my met traanen in de oogen, dat hy veroordeeld was in eene boete van twaalf honderd guldens, ter zaake dat hy dezelfde straf aan een mans slaaf had doen uitvoeren, maar met dit onderscheid, dat het ongelukkig slachtöffer staande de straföeffening stierf.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek