Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juli 2025


Uit het land der droomerijen, Dat de jeugd alleen betreedt, Allerlei herinneringen Zoo van vreugd, als zieleleed; Halve verzen en verhalen, Brieven, koel en warm en koud, Kinderdagboek, wijze wenken Van een vrouw, te vroeg reeds oud. "Allen hebben u verlaten," Is voor haar het droef refrein Van de zomerregendropplen Tegen 't raam en op 't kozijn.

Er is niet aan te doen: morgen te middernacht zal mijn uur slaan.... Laat dit zoo; ik heb u van iets bijzonders te spreken. Gij gaat de helft mijner goederen erven. Nogtans er is eene voorwaarde te vervullen. Kent gij uwen kozijn Willem Reimond?" "Neen, oom, ik herinner mij niet, hem ooit te hebben gezien." "Hij is een fraaie jongen; hij heeft tamelijk verstand en een goed hart.

Zijn oogen waren wijd open en op zijn gelaat lag een doodelijke bleekheid. Hij was werkelijk verlamd van den schrik. Toen ik de richting van zijn arm volgde, zag ik den loop van een geweer, dat op mij gericht was. Die loop rustte op het vensterkozijn. De schutter stond buiten op straat en had zijn geweer op het kozijn gelegd, om te zekerder mij te treffen.

Doch dat was maar een voorwendsel; hij wilde niet zingen, als hij niet binnen bij de familie in de kamer stond. In het kozijn lag een oude ganzepen, waarmee de meid placht te schrijven. Er was niets opmerkelijks aan haar, behalve dat zij wat al te diep in den inkt gedoopt was. Maar daarop was zij trotsch. «Als de theeketel niet wil zingenzeide zij, «dan moet hij het maar laten.

Met de vuisten steunend op het kozijn, in opwinding van drift, mepte hij woorden die traag uit den vet-korten nek met de bobling van onderkin kwijlden, zwaar van nadreuning in 't murenvierkant.... "Godverdommisse mankèèè!.... Om de boel te verpeste!.... Schorremorrie!.... Groote.... leeleke smeerkanis bandiet!.... Bandiet.... Bandiet!..." Verder bracht hij 't niet, verpaarsend, te vet van nek en onderkinnen-gedril.

Maar een vogeltje zong lustig op een tak, dicht bij het raam, sneeuwklokjes bloeiden tierig in het kozijn, en de lentezon stroomde naar binnen en deelde van haar glans mede aan het lieve gelaat op het kussen, een gelaat zoo vol van ongestoorden vrede, dat zij, die het zoo teeder liefhadden, door hun tranen heen konden glimlachen, en God danken, dat eindelijk alles wel was met Bets.

Twéé weken later. 't Leek 'n eeuwigheid. Dag en nacht dacht-ie er aan. Vloog 'n musch in den tuin, tipte 'n spreeuw op 't kozijn, dan glimlachte pa. Bij de duiventil achter 't huis, glimlachte-die. Bij de kakelende kippen, glimlachte-die. Lieve goeie hemel, d

Want het vuur voortwoelend, had de voorzij der huisjes, náást de poort aangetast. Eerst lichtte het zwak in de kamer, alsof iemand met 'n lamp binnen kwam en wat zocht, dan bij een klagende juiling van den wind stiet een krommende, watelende vlam de benedenruiten stuk. Ineens gruizelden de glazen, belekte een krimpende vlam het kozijn. En er gebeurde iets, dat de jongens verstomde, dat ze huilrig benepen dee kijken. De menschen die gevlucht waren, hadden een lompen, grof-pootigen hond achtergelaten. 't Dier half gesmoord door den rook, stak z'n kop door de ruit, trachtte zich op te trekken. Een brandweerman, begaan met 't gejenk en gehuil, zette 'n ladder tegen 't kozijn, sloeg z'n hand aan 't nekvel, greep, week terug. 't Dier, gepijnigd door 't den vloer doorknagend vuur, beet naar den vreemde, glee terug. En toen 'n straal op 't vlammend gerinkel gericht werd, schrilde dezelfde rauwe, huiveringwekkende gil van str

Als zijn meester met een wetenschappelijk doel steenen verzamelt, zal ook de Poedel steenen zoeken. Als zijn meester ergens graaft, begint ook de Poedel met de pooten te graven. Als zijn meester aan 't venster zit, springt de Poedel naast hem op de bank, legt beide voorpooten op het kozijn en kijkt eveneens naar het schoone landschap.

Philippines, teêr van aard, Vogeltjes van klei, een kransje Heel zorgvuldig hier bewaard. Klokken, die haar bruiloft melden Hoort zij, denk ik, in 't refrein Van de zomerregendropplen Tegen 't raam en op 't kozijn. Op den zolder staan vier kistjes, Dik bestoven, half vergaan. Van het viertal dat ze vulde Kwam er éen reeds boven aan.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek