Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
«En wat kan uw dochter, die nu volgt?» vroeg de grijze kobold. «Ik heb geleerd, Noorwegen lief te hebben,» zeide zij, «en nimmer zal ik trouwen, als ik niet naar Noorwegen kan gaan.»
De zeemeerminnen zaten in groote tobben aan tafel; zij zeiden, dat het precies was, alsof zij thuis waren. Allen namen de tafelwetten in acht, alleen de beide kleine Noorsche kobolden niet; deze legden hun beenen op de tafel; want zij dachten, dat alles hun goed stond. «De voeten van het tafellaken af!» zei de oude kobold, en nu gehoorzaamden zij wel is waar, maar toch niet terstond.
«Nu kraait de haan!» zei de oude elf, die het huishouden waarnam. «Nu moeten wij de luiken sluiten, opdat de zon ons niet verbrande!» En nu sloot de heuvel zich. Maar buiten liepen de hagedissen in den gebarsten boom op en neer, en de eene zei tegen de andere: «O! wat is die Noorweegsche oude kobold mij uitmuntend bevallen!» «Mij bevallen de jongens beter!» zei de regenworm.
Ja, hij kon zoo vertellen, dat men zag, wat hij beschreef; het was juist zoo, alsof er zaagmolens maalden, alsof er jongens en meisjes liedjes zongen en dansten. En nu gaf de oude kobold aan de oude elf een hartelijken kus. En toch bestonden zij elkaar niet. Nu moesten de elfen dansen, en dat zoowel eenvoudig als met stampen. Dat ging haar goed af, en toen kwam de kunstmatige dans.
Maar hun vader, de oude kobold van Dovre, was een heel ander man; hij vertelde zoo mooi van de trotsche Noorsche rotsen en van watervallen, die wit schuimend met een gedruisch als donderslagen en orgelgeluid neerstortten; hij vertelde van den zalm, die tegen de neervallende wateren opspringt, als de reus op de gouden harp speelt; hij vertelde van de heldere winternachten, wanneer de bellen der sleden klinken en de jongens met brandende fakkels over het ijs loopen, dat zoo doorzichtig is, dat zij de verschrikte visschen onder hun voeten zien zwemmen.
Zij nam een witten spaander in den mond, en toen was zij geheel verdwenen: dat was haar kunst. Maar de oude kobold zei, dat hij deze kunst bij zijn vrouw niet zou willen dulden, en hij geloofde ook niet, dat zijn jongens daarvan hielden. De andere kon zich zelf ter zijde gaan, alsof zij een schaduw had, en die hebben de kobolden niet.
«Hier zijn mijn vijf vingers,» zeide de oude kobold; «vertel mij er nu een van elken vinger!»
En nu hielden zij redevoeringen, dronken op hun verbroedering en deden de nagelproef, om te bewijzen, dat zij hun glazen leeggedronken hadden. Later trokken zij hun jassen uit en legden zich op de tafel neer, om te slapen, want zij maakten geen omslag. Maar de oude kobold danste met zijn jonge bruid de kamer rond en wisselde laarzen met haar; want dat staat deftiger, dan ringen te wisselen.
Of de Landheer geeft aan allen, Oud en jonk, een vrijen dag, Dien het hart naar welgevallen Aan de vreugde wijden mag: 's Avonds mag de hoppe kralen In den gladgeschuurden nap; Elk, in onverpoosd gesnap, Weet zijn sprookjen te verhalen: Hoe de tooveresse Mab Bij den een aan 't baksel knaagde, Maar de korstjens overliet; D' andren in zijn droomen plaagde, Neep, en in de zijde stiet; Of van lichtjens, die er waren, Witte wiven, nickermaren; Van een kobold, die vol kracht Meerder koren dan tien mannen In tien schoften dorschen, wannen, Dorschte en wande in éenen nacht!
De oude kobold uit Noorwegen, die in het oude Dovre-gebergte woont en vele klippenkasteelen van veldsteenen en een gouden sieraad bezit, dat beter is dan men wel denkt, komt met zijn beide zonen, die een vrouw moeten uitzoeken, hier naar toe.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek