Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Gij stomme klaagster, 'k wil uw taal verstaan. Mij zullen uw gebaren zoo vertrouwd Als bedelkluiz'naars hun gebeden zijn. Zoo gij slechts zucht, uw stompen heft ten hemel Slechts wenkt of knikt of knielt, een teeken geeft, Zal ik uit deze een alphabet mij vormen, Door stadige oef'ning weten wat gij meent.
Zestienjarig meisje in roomwitte travestie, kleine bloote voeten, een stafje omwonden met roze egelantier in de hand, een krans van dezelfde bloemen om het blonde hoofd. Terwijl de man en de vrouw verwonderd oprijzen, knielt Mei voor hen op een knie. DE MAN en DE VROUW
Een straal van toorn galmde in het enig oog van Deconinck, "Verachtlijk!" viel hij uit. "Dit weet God wie van beide, het volk of de verbasterde Leliaards verachtlijk zijn. Gij vergeet Vaderland en eer om als lafaards de vreemde meester te strelen; gij knielt met ootmoed voor een Vorst die de ondergang van Vlaanderen gezworen heeft en waarom toch?
Zij maken zich niet warm en schreien niet over hun leven, Zij zijn niet slapeloos in den nacht en beweenen hunne zonden, Zij maken mij niet wee met den praat over hunne plichten tot God, Niet een hunner is onbevredigd, niet een geslagen met de manie van eigendomsbegeerte, Niet een knielt voor den ander, niet voor zijns gelijke die duizenden jaren vroeger leefde, Niet een is achtenswaardig of ongelukkig over de geheele wereld.
Zij dronken de wijn der vreugde op de verlossing der gevangen Vlamingen, en gaven nog een traan aan de smartelijke heugnis der vergeven Philippa. Met zweet en stof was hy bedekt. Hy nadert De wapenzael waer ze allen zyn vergaderd Knielt voor den Vorst ter neêr en maekt hem kond Wat krygsgevaer hun toesnelt in dien stond.
Nog altijd weent er de Israëliet bij den ouden muur van Salomo's tempel, nog altijd knielt en bidt de Christen bij het graf van zijn' Heiland.
Ja, waar' ze een werk'lijk wezen, gij bedroogt het, Dat het een schim wierd, zooals ik het ben. SILVIA. 'k Ben recht ongaarne, heer, uw afgodsbeeld; Doch daar het met uw valschheid strookt, dat gij Voor schimmen knielt, een ijdel beeld aanbidt, Zoo laat het morgen ochtend bij mij halen. En nu, slaap wel! PROTEUS. Als arme zondaars doen, Wie 't halsgericht den and'ren morgen wacht.
Guy leidt zijn vrouw weg van dit wanhoopstooneel; doch als zij zich bij de deur nog eenmaal omwendt om haar vader, die nu geheel alleen is, een laatsten blik toe te werpen, begint Hermoine te huiveren en te snikken in de armen van haar echtgenoot. De ijzeren Hertog knielt voor het altaarstuk, waaruit de oogen zijner dochter op hem neerzien en hij snikt hij, die nooit te voren geweend heeft.
Maar terwijl hij de biecht van den stervenden zondaar aflegt, hoort hij het geruisch van zijde naast zich en de witte kant en de oranjebloesem raken zijn gelaat aan, dat gewond is door geweerkolven, en een schoon wezen, op wier gelaat wanhoop te lezen staat maar tevens goddelijke liefde, knielt naast hem neer en fluistert tot den priester: "Niet het sacrament der stervenden, maar het sacrament van het huwelijk! met dezen man, dien ik liefheb en die mij liefheeft en die zijn leven keer op keer heeft gewaagd, om mij te komen zien.
Zooals de gouden zon den morgen groet En met haar stralen de' oceaan verguldt, Daarna op vuur'ge kar haar baan doorrent En neerblikt op de hoogste heuveltoppen, Zoo Tamora. Aan haren geest is de eer der aarde dienstbaar, En bij haar fronsblik knielt en beeft de deugd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek