Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 november 2025
Een Vlaamsche schoone, gij begrijpt me!" en hij strijkt zijn knevel krijgshaftig in de hoogte.
Wij gaan schrede voor schrede achter hem aan, zooals hij ons daartoe schijnt uit te noodigen met den vriendelijken glimlach, zich afteekenend onder den fijnen knevel, en spoedig betreden wij na hem het groote binnenplein van het klooster, waar op dit oogenblik veel menschen bijeen zijn.
"Mijnheer!" sprak een der Fransche heeren, zijn zwarten knevel vinnig opstrijkende: "gij hebt het vertrouwen van mijne nicht schandelijk misbruikt en u laag gedragen." "Hoe? wat? ik?" riep Pols in toenemende verbazing. "Mijnheer! ik eisch 1000 francs schâvergoeding voor de beleediging, mijne familie aangedaan." "Maar, Mijnheer! het is duidelijk dat gij u vergist."
Grootvader vertelde maar grootmoeder moest, om hem te verstaan, haar oor haast op zijn mond leggen, zoo gedempt was grootvaders stem, dat bij den barbier een vreemdeling, wiens knevel werd ingekort, inmiddels zwaar had zitten schimpen op het dorp. Het was "een nest" en "een gat", had de vreemdeling gezegd. En ook nog andere verachtelijke dingen. Maar die wist grootvader niet alle meer.
De koning is drie-en-vijftig jaren oud, maar schijnt jonger; zijn haar, dat aan zijne ooren zichtbaar is, is zwart; zijne oogen zijn groot en vol uitdrukking; zijn neus is gekromd, zijne wangen zijn ingevallen; de kleur van zijn gelaat is donker; de knevel is zwart, maar de vrij slordige baard begint reeds grijs te worden.
Terwijl zijn mededinger, in het uur der siësta, rustig lag te slapen, sneed hij hem een zijner knevels af. Dat is de ergste beleediging, die men in Kaukasië iemand kan aandoen. Toen de Goeriël wakker werd en bespeurde wat men hem gedaan had, zwoer hij bij zijn knevel een nog heden gebruikelijke eedsformule , dat hij zich geducht wreken zou.
Zij hadden beiden een deftigen uniform aan; en beiden hadden een voornaam, trotsch voorkomen, doordien zij beiden gewoon waren te bevelen; was de overste een paar duim langer, zoo was mijn oom een halven voet dikker; kon men bij den overste den krijgsman onder zijn neus zien, zoo had mijn oom dien over 't gansche gezicht, want hij had zich in een paar dagen niet kunnen scheren; de oude dokter Metz had eergisteren overgeslagen, en wat den dag te voren en gisteren en vandaag gegroeid was woog rijkelijk op tegen den knevel van den Franschman.
Uyttenbogaert, schoon deze 't anders meende, weet gij, in zijn preek van laatstleden Zondag, toen hij zeide.... ja wat zeide hij ook?.... In die schoone leerrede, toen.... wat duivel zeide hij toch?".... Hier richtte de goede Ritmeester zich op in den zadel, nam den hoed af en hield dien tusschen duim en wijsvinger, terwijl hij met de andere hand zich het achterhoofd wreef, zette vervolgens den hoed weder op, bracht de hand voorwaarts, rolde zich den knevel om den wijsvinger, hoestte, hemde en mompelde eenige reizen achtereen: "ja, wat duivel zeide hij toch?"
Het kind groeide op met de eeuw; maar de vorming des eersten ligt in duister. Het is slechts aan de hand der verbeelding, dat men zich die zou kunnen voorstellen. Zoo zouden wij den knaap kunnen volgen, die naar de school gaat, en den schoolvorst zien met de plak, met knevel en ringkraag, en wiens Streng gelaat Hem doet ontzachlijk zegepralen,
Deze was een achterneef van vaders zijde van den heer Gillenormand, die zonder gezin en ver van den huiselijken haard een garnizoensleven leidde. De luitenant Théodule Gillenormand voldeed aan al de voorwaarden, die vereischt worden om een mooi officier te zijn. Hij had een "dames-taille," droeg een opgestreken knevel en liet zijn sabel kletterend slepen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek