Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
Klaartje Donze was sinds eenige dagen bij oom en tante Vernooy te Rotterdam gelogeerd. Zij was nog nooit in Holland geweest en had zich machtig veel van het logeeren in eene stad als Hollands tweede koopstad voorgesteld. Een paar malen was zij uitgeweest.
"Mijnheer Witse!" zei ook Klaartje; maar 't was als of er iets spottigs in haar gezicht was, en haar compliment werd ook maar in 't voorbijgaan uitgebracht; want Hateling had beweerd, dat hij aan de amandelen vanbuiten zien kon of het philippines waren of niet, en ten bewijze bood hij haar op een lepel een dubbelen aan.
"Nu of nooit," dacht ook Gerrit in den jare 1838, op dien gedenkwaardigen na-den-eten, daar Klaartje bij den schoorsteen stond en een geborduurd haardscherm bekeek. Hij naderde haar met zoo veel vrijmoedigheid als hij verzamelen kon. "Uw Buiten, juffrouw Donze, ligt, meen ik, aan den straatweg tusschen ..."
Daar was Klaartje van den Abeele: die was door den Jonker van Gaesbeek van de Tielermarkt afgetroond, en mede naar zijn slot gevoerd: die sprak al zoo bout als gij, dat sprak zij; en wel mocht zij het doen; want zij had een aardig penningske aan geld en een schoone erfenis van haar moei te wachten en was bovendien van goeden huize, zijnde een nicht van den Heer van Mynden, ofschoon een beetje van de linkerhand, dat 's waar; maar er was geen week verloopen, of zij schikte zich in haar toestand: en vroolijk heeft zij met den Jonker huisgehouden, en hem zes kinderen als wolken geschonken, dat heeft zij: en de oudste er van neemt nu het huishouden waar van den Pastoor te Jutfaas, dien vromen man, die haar met de pen opvoedt, dat doet hij."
Onderweg poogden wij nog eenige berichten bij hem in te winnen omtrent den persoon, die Klaartje op reis vergezeld had; hij wist ons weinig dienaangaande te vertellen; alleen zeide hij, dat de jonkman een knap slag van een kerel was, die de zeemanskunst goed scheen te verstaan en zelf eens mede een hand aan 't werk geslagen had; maar dat hij zich over zijn naam of betrekking niet had willen uitlaten, en dat het meisken ook weinig gesproken had, maar den geheelen overtocht zeer bedroefd en mankeliek was geweest.
Gerit hielp haar het paard losmaken. Met een wip was zij in het rijtuig. Gerrit reikte haar de leidsels. Daar reed zij heen. Maar nog even hield zij haar paardjen in, dat zulks kwalijk genoeg scheen te nemen en met zijn kop trok en schudde, als van zoo kribbig een hitje te wachten was. "Dokter," zei Klaartje:, "hoe laat komt gij morgen bij de zieke?"
Toen wendde zij zich weder tot de heeren Witse, en plaagde den ouderen, en zei allerlei aangenaamheden aan den jongeren, met al de vrijmoedigheid eener getrouwde dame en met al de behaagzucht eener ongetrouwde. Nog had deze nauwelijks al de aanwezigen gegroet, of wederom ging de deur open. Mevrouw Vernooy trad binnen; gevolgd van Klaartje Donze.
De innige blijdschap, welke Klaartje bij zijne terugkomst had aan den dag gelegd, had hij niet bespeurd. Den teederen blik, waarmede zij hem had begroet, had hij niet begrepen of beantwoord.
En intusschen vertelde mevrouw Vernooy zoo veel liefs en goeds van Klaartje Donze, als zij ooit liefs en goeds van Gerrit uit papa Witses mond gehoord had; en de laatste was niet ongevoelig voor haar lief gezichtje.
Na lang rondzoeken, reeds voordat Klaartje gekomen was, en na haar in gedachten meer dan tienmaal telkens met een anderen bruidegom voor het altaar te hebben gebracht, was zij eindelijk stil blijven staan bij het denkbeeld dat de jonge student Witse een geschikte partij voor haar nichtje zou zijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek