Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Toen hij bij den boomwortel kwam, waar hij het vorige jaar Helpmij had ontmoet, lag die daar weer, en riep hem. "Heb je met Grauwvel gesproken over wat ik je laatst gezegd heb?" vroeg de slang. Karr blafte alleen maar, en probeerde bij hem te komen. "Doe dat in ieder geval," zei de slang. "Je ziet immers wel, dat de menschen geen raad weten voor deze verwoesting."

Toen hij nu den kop over de callaplant boog, maakte hij een groote, zwarte slang wakker, die er onder lag te slapen. De eland had Karr hooren spreken over de vergiftige adders in het bosch, en toen de slang den kop ophief, zijn gespleten tong uitstak, en tegen hem siste, meende hij, dat hij een vreeselijk gevaarlijk dier had ontmoet.

Hij kreeg geen antwoord, maar hij hoorde weer, dat iemand hem bij zijn naam riep. Hij meende de stem van Grauwvel te herkennen, en liep, zoo gauw hij kon, op het geluid af. Karr hoorde, dat de eland voor hem uit sprong, maar hij kon hem niet inhalen. Hij rende het dennenbosch in, waar het 't dichtste was, zonder zich aan pad of weg te storen. Karr had alle moeite om het spoor niet te verliezen.

Al de ganzen waren uit het water gekomen, en stonden te praten met een ouden hond, die zoo gebrekkig en zwak was, dat men den indruk kreeg, dat hij ieder oogenblik dood neer kon vallen. "Daar heb je Karr," zei Bataki tegen den jongen. "Laat hem nu maar eerst hooren, wat de wilde ganzen hem hebben te vertellen! Daarna zullen wij hem zeggen, dat de slang dood is."

Van den dag af, dat Karr bij den boschwachter kwam, hield hij geheel op met zijn ongeoorloofde jacht in het bosch. Dat was niet alleen, omdat hij bang geworden was, maar ook omdat hij niet wilde, dat de boschwachter boos op hem zou worden. Want sinds hij zijn leven had gered, hield Karr het allermeeste op de wereld van den boschwachter. Hij dacht er alleen aan hem te volgen, en over hem te waken.

Hij was niet alleen; bij hem stonden vier oude elanden, de aanzienlijkste in 't bosch. Karr kende hen.

Eerst liep de boschwachter regelrecht naar het hondengraf; maar onderweg scheen hij op andere gedachten te komen, want op eens keerde hij om, en ging naar het landgoed terug. Karr had hem heel rustig gevolgd, maar toen hij merkte, dat de boschwachter naar zijn vroeger tehuis terugging, werd hij onrustig.

Karr walgde zoo van al dat kruipend en knagend gedierte, dat hij het bijna niet over zich verkrijgen kon de deur uit te gaan. Maar op een dag vond hij, dat hij eens moest gaan hooren, hoe Grauwvel het had. Hij sloeg den naasten weg in naar zijn velden, en liep haastig voort, met den neus langs den grond.

Karr kwam niet bij den eland terug voor na den middag, toen hij wist, dat Grauwvel goed uitgeslapen was, en zijn eersten maaltijd hield. "Je hebt wel gelijk, Grauwvel, dat je je laat wegbrengen," zei Karr, en scheen nu rustig en vergenoegd te zijn. "Je zult in een grooten tuin gevangen gezet worden, en een zorgeloos leven hebben.

"Mijnheer, de tuin wordt gesloten." "Dat is maar gelukkig ook," dacht Rodolphe. "Als ik hier nog vijf minuten bleef, zou ik in mijn hart meer vergeet-mij-nietjes hebben dan er op de oevers van den Rijn of in de romans van Alphonse Karr groeien." En met zachte stem een sentimenteele romance, die voor hem de Marseillaise der liefde was, neuriënd, verliet hij met vluggen pas den Luxembourg.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek