Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
Vervolgends: De stad en vrijheid van Montfoort, met het rechtsgebied, het aanstellen van Schout, Burgemeesteren, Schepenen, Sekretaris, Kerk-, Huis-, en Schoolmeester, Bode, Organist, en Koster, en nog andere ambten en bedieningen.
Van eenen Koster en eene Kosterin Twee Sint-Bernards-kloosters waren er, niet verre van elkander, 't een was van mannen en 't andere van vrouwen. Allen in de kloosters leefden heilig in een heilig leven naar den regel der orde, en in elk der kloosters was een persoon, koster in het convent.
Aan den anderen kant van het bosch was een breede, diepe rivier; het water stroomde daarin met zooveel snelheid, dat men tenauwernood tegen den stroom in kon zwemmen; men had er een groote, nieuwe brug overheen gelegd; de kleine Klaas bleef op het midden daarvan staan en zei overluid, opdat de koster het zou kunnen hooren: «Wat moet ik nu met die lompe kist beginnen?
"Maar wat vertelde de koster toch met zoo veel opgewondenheid van Napoleon?" vroeg Pols "Die man sprak zoo schielijk, en zulk raar Hoogduitsch, dat ik hem niet best verstaan kon." "Gij hadt misschien liever gehad, dat hij wat meer Neêrduitsch had gesproken," grinnikte Veervlug. "Wel, de man vertelde, dat ook Josephine eens in dien stoel had gezeten, en dat Napoleon er toen naast stond."
"Moeder, ik heb vannacht een plan gemaakt," zeide Basilio, na eenige oogenblikken van stilte. "Wat voor plan?" vroeg zij. Sisa, nederig in alles, was zelfs nederig tegenover haar kinderen: ze hield ze voor verstandiger dan zij zelve. "Ik wil geen koster meer worden!" "Hoe zoo?" "Luister eens, moeder, naar wat ik overdacht heb.
Dokter Helmond heeft intusschen nog een drietal patiënten bezocht, en aan koster Bik inplaats van het oude roode karpet, het nieuwe Deventer tapijt voor de trouwplechtigheid besteld.
Dat is alles waar, maar ze lachten om hem, en noemden hem achter zijn rug "Koster" Tiago. Dan misschien het dorps-hoofd? Dit was een stumper, die niets te bevelen had, maar gehoorzaamde. Hij beknorde niemand: hij werd beknord. Hij beschikte niet: men beschikte over hem.
En daar van uit de breede poort, kwam de processie op de overlommerde Begijnenvest. Die den stoet opende was de lange koster Lamdieke in roode soutane en wit koorhemd. De dag glom op zijn platte kletskop waarover een dunne klis zwart haar lag gekamd. Hij torschte een hoog mageren kruis, en zijn oogen zagen naar omlaag.
Het fluisterend spreken wordt omtijds luider, dikwijls verstaanbaar op een afstand; en telkens richten zich de oogen naar de zij van den grooten pilaar, niet ver van den hoofdingang der kerk, waar de feeststoet moet te voorschijn komen. Hoor, daar rollen de koetsen. Nu zullen ze komen! Zie, koster Bik verdwijnt achter den grooten pilaar. Men hoort de rijtuigen één voor één ophouden.
De koster kroop er gauw uit, stiet de leege kist in het water en ging naar zijn huis, waar de kleine Klaas een schepel vol geld kreeg. Hij had er al een van den boer gekregen, en zoo had hij dan nu zijn heele kar vol geld.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek