United States or Ireland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ziehier wat-i zei, de leugenaar, de gauwdief, de huichelende booswicht ... het menschje: , 't is waar ook, Vrouw Claus, ik zou waarlyk haast vergeten hebben te vragen waar toch uw dochter Femke is? Fem? Wèl, die is by 'n nicht van ons, die 'n meid ziek heeft, want ... we zyn van heel goeie familie, jonge-heer! Fem is by de kinderen van onze nicht.

O, nu is alles goed ... nu gy daar zyt! Ik heb zoo naar u verlangd... Naar my, jonge-heer? Ja, ja, ja! Ik wist niet dat ik verlangde ... maar nu weet ik het. O, zeg het my toch spoedig ... wat staande regels zyn, en hoe ik m'n vers moet maken. Het meisje, dat met hare moeder waschgoed te bleeken legde op 't gras, keek Wouter gek aan.

Eigenlyk keurde het geen der leden van 't koncilie goed, dat de jongen meeging met juffrouw Laps, maar de familie was groots op z'n moed. De zaak zou bekend raken, oververteld worden, en juffrouw Pieterse zou wel zorgen dat er bygevoegd werd: 't Is dezelfde jonge-heer, weetje, die laast geleseerd heeft by dokter Holsma op den Kolveniers-burgwal.

Z'n vrouw was m'n mans nicht, weetje, want we zyn roomsch, en ze deed haar geloof goed ... leg 'n steentjen op die asseldoekjes Femke, anders waaien ze weg ... ja, jonge-heer, 't is 'n heel ding met zoo'n bleek, je heb 'r geen begrip van, zoo 'n ding als 't is ... nu, ze onderhield haar godsdienst, en daar deed ze goed aan, want dat zal je ook wel weten, jonge-heer als 'n mensch z'n godsdienst niet doet, is er niet veel aan, maar hy ... trek dat hemd wat na je toe, Femke, de mouw hangt in de sloot ... maar hy gaf er niet om, en zei dat 't allemaal gekheid was ... maar toen ze stierf, en hy zag hoe ze bediend werd ... 't was pater Jansen die 'r bediende, jonge-heer, je zal hem wel kennen ... hy loopt altyd met zoo'n stokkie, en raakt er nooit meê aan den grond...

Wouter deed dit zoo goed hy kon, terwyl moeder en dochter zich bezighielden met haar "bleek." Misschien kan ik je wel helpen, jonge-heer ... zei de moeder, want m'n man heeft 'n aangetrouwden neef die wewenaar is... Ja, jufvrouw ... maar de liggende regels. En er moet van God inkomen. Precies, jonge-heer. Och, 't is 'n heele historie.

De kleine meid nam Wouter met kluchtige deftigheid by de hand, en leidde hem naar 'n dame die aan de gedekte tafel bezig was met sla-aanmaken. Mama, dit is 'n jonge-heer ... gut, ik moet je naam weten! Hoe heet je? Wouter Pieterse. Dit is de jongeheer Wouter Pieterse, die papa komt bedanken omdat-i ... ziek geweest is, en die ... de jonge-heer blyft hier immers eten, papa?

Wouter ging naar de aschpoort, zocht het brugje, en begon daar bitter te schreien. Ga eens kyken wat dat jongetje scheelt, hoorde hy 'n vrouw zeggen tot een meisje van veertien, zestien jaren, 't kind heeft zeker iets verloren. Heb je wat verloren, jonge-heer? Wouter zag op, en schrikte. Want het was hem of-i dat gelaat herkende. 't Deed hem denken aan Fancy.

Ben je weêr beter, jonge-heer? vraagde de vriendelyke Femke. O ja, antwoordde Wouter, maar ik begryp niet hoe ik dat alles zal te-pas brengen in m'n vers. Weinig lezers zullen, zonder myn hulp, hier op 't denkbeeld komen, dat Wouter moed noodig had om z'n gebrek aan begrip te erkennen. We zyn zoo gewoon aan 't niet begrypen, dat wy uit traagheid daarin berusten.