United States or Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


«Den Uwe «JOB HOUVAST, predikant." Mijnheer Jump zal zeer tevreden zijn met dezen brief en zal binnen vierentwintig uur vergeten hebben, dat hij ooit een voorstel deed over gordijnen. Het is de moeite waard voor een Gemeente om, laat ons zeggen één Jump aan zich te verbinden om gebreken aan te wijzen en de zaken aan den gang te houden.

Maar het is een veel grooter wonder, dat Satan zelf, de vorst aller onreine geesten, met God vermocht te spreken en Hem verzocht, Job, dien allerrechtvaardigsten man, op de proef te mogen stellen.... En indien dit U schokt, dat het aan een boozen geest vrij stond de ziel van een rechtvaardige op te wekken en als 't ware uit de geheime verblijfplaatsen der dooden te voorschijn te roepen, moet het dan niet meer verbazing wekken, dat Satan den Heer zelf opnam en op de tinne des tempels zette?

De Heere Zelf prijst Jobs godsvrucht, Satan dingt daarop af. Ook daarover behoeven we ons niet te verbazen. Satan is de verklager der broederen, de kritische geest, de geest, die graag zaken doet, en daarom den ander den voet licht. Zoo doet Satan tegenover Job. Hij stelt Job voor als iemand, die slechts uit loonzucht God dient. Natuurlijk.

Hier informeerde hij dadelijk naar Boudewijn Van Halen, zonder er bij te zeggen, dat dit een bloedverwant van hem was. »O, die vrek?" zei er een, »die woont hier al lang niet meer." »Vrek?" riep een ander, »de chirurgijn is zoo arm als Job!" »'t Mocht wat!" liet weer een derde zich hooren. »De man is het dorp uitgegaan juist omdat hij bang was, met al zijn geld onder de menschen te wonen!"

De horden der overweldigers, die achtereenvolgens kwamen opdagen, hebben bijna altijd een zwervend leven geleid, een leven zoo ongeveer als ons in het Boek Job wordt beschreven. De reiziger, die uit Europa komt, vindt de onvruchtbaarheid van het land verschrikkelijk, en wat treurig mag heeten, zij is bezig toe te nemen.

Wees gerust, juffrouw! Ik zal... En dat je hem eens terdeeg vermaant om wat meer voor zichzelf te zorgen... Zeker, juffrouw. ... want, zieje, de man is zoo arm als Job, en dat gáát zoo niet! Ik hoor nu dat er 'n dame in de stad gekomen is, heel uit Denemarken of Hamburg of zoo wat, en die zou hem bystaan... Ah! ... zoo, weet je 'r van? Nou, des-te-beter! Ik hoorde 't van Femke Claus... Ah!

Maar hij ontkent, dat eenig verborgen kwaad hem aankleeft, waardoor hij zich dezer zware straffe heeft waandig gemaakt. Diep in zijn eer aangerand, vervloekt Job nu den dag zijner geboorte. De volgende hoofdstukken bevatten dan de twistgesprekken tusschen Job en zijn vrienden, waarin hij zijn zakelijke gerechtigheid handhaaft. In het 32e hoofdstuk treedt een ander spreker op.

De massa bij het stofdeeltje; het uitgebroken muurvak bij het gebroken bord; een dreigende verbroedering van allerlei brokstukken; Sysiphus had er zijn rots en Job zijn potscherf geworpen. Kortom, 't was vreeselijk. 't Was de acropolis der barrevoeters.

Bij de landing te Priok, de havenplaats van Batavia, valt haar man te water. »O, mijn traktement, mijn traktement!" schreeuwt zij luid op den oever. Gelukkig werd de drenkeling weer op 't droge gebracht en was haar traktement behouden. Zoolang Job goed en rijk was, kleeft Jobs vrouw hem aan.

Jobs huisvrouw, in plaats van hem te troosten, port hem aan, om nu maar een einde aan zijn leven te maken. Voor Jobs vrouw heeft Job alléén beteekenis, zoolang hij groot en rijk is. Zij gelijkt de vrouw van een Indisch ambtenaar, van wie 't volgende wordt verhaald.