Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Wederom is Satan beschaamd. Thans komt evenwel nog de zwaarste beproeving. Jobs drie vrienden, Elifaz, Bildad en Zofar komen uit 't verre Oosten om hem in zijn lijden te bezoeken. Ternauwernood hebben zij hem uit de verte gezien, of zij verstommen van verschrikking; zeven dagen en zeven nachten zitten zij neer om Jobs lijden te beweenen.

De Heere Zelf prijst Jobs godsvrucht, Satan dingt daarop af. Ook daarover behoeven we ons niet te verbazen. Satan is de verklager der broederen, de kritische geest, de geest, die graag zaken doet, en daarom den ander den voet licht. Zoo doet Satan tegenover Job. Hij stelt Job voor als iemand, die slechts uit loonzucht God dient. Natuurlijk.

Daarom heeft de Heere met zijn Jakobs en zijn Jobs en zijn Davids dan ook zooveel banger en ontzettender te worstelen. Bij hen kon het niet bij zulk een worstelen in de conscientie blijven, want bij zulke karakters misleidt de vrome natuur. En dan wordt het een hartaangrijpend worstelen in uw bestaan, in uw levenslot, in wat u lief is, en tot in uw bloed.

En ik heb in het Noorden aan den zoom gestaan van de wanhopig eenzame vlakten, als de ijzige rukwinden over die verlatenheid gierden en het was alsof alle behaaglijkheid zoo diep begraven lag, dat alleen de raad van Jobs vrouw: "zegen God en sterf", er toepasselijk scheen te zijn; en midden in die godslastering... fladderende vlerkjes, geglim en gefonkel van heldere oogjes, getwetter van zwartkopmeesjes, verheugd aan 't roepen tegen elkaar, druk bezig de takken die de vorst in ijs genepen hield van onder tot boven na te zoeken, naar het beetje dat de natuur daar in 't najaar wel ergens verstopt zou hebben, in de dagen van overvloed.

Bij de landing te Priok, de havenplaats van Batavia, valt haar man te water. »O, mijn traktement, mijn traktement!" schreeuwt zij luid op den oever. Gelukkig werd de drenkeling weer op 't droge gebracht en was haar traktement behouden. Zoolang Job goed en rijk was, kleeft Jobs vrouw hem aan.

Jobs huisvrouw, in plaats van hem te troosten, port hem aan, om nu maar een einde aan zijn leven te maken. Voor Jobs vrouw heeft Job alléén beteekenis, zoolang hij groot en rijk is. Zij gelijkt de vrouw van een Indisch ambtenaar, van wie 't volgende wordt verhaald.

Nogmaals randt hij Jobs eere en daarmede Gods eere aan. »Job is in zijn lichaam nog ongedeerd gebleven; anders zou hij Gods Naam wel hebben gevloekt", meent Satan. Nu geeft de Heere Job een wijle over aan Satan. Hij mag met hem doen, wat hij wil; alléén hij moet Jobs leven verschoonen. Nu wordt Job met een vreeselijke melaatschheid geslagen. Hij heeft nacht noch dag rust.

Nu voort wat de konste belangt, men vint in 't Boek Jobs geschreven in het 28 cappittel in het 12 vers: Men keert den stroom des waters, ende brengt dat daar verborgen in is aan 't licht.

Men kan aen de uitgestrektheid van den grond, die hier, als bloemtuin, enkel tot vermaek en uitspanning was bestemd, genoegzaem bemerken dat het huisgezin der Jobs welvarend was en een onbekommerd leven genoot.. ..

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek