United States or Belarus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Verscheiden stadssergeanten, met den degen in de vuist, en politieagenten, met knuppels en stokken gewapend, stormden toe op Javerts geroep. Men knevelde de bandieten. Deze troep menschen, ternauwernood door een kaars beschenen, vervulden het hol met duisternis. "Allen de duimschroeven aangelegd!" riep Javert.

Is er dan ter wereld nog iets anders dan rechtbanken, gerechtelijke vonnissen, politie en gezag? Javert was geheel in de war. Een tuchteling te ontzien! een galeiboef, die niet door de justitie zou gepakt worden! en dit door Javerts toedoen!

Hij sprak steeds op beleefden toon tot Valjean. Jean Valjean antwoordde, en de klank zijner stem scheen Javert te doen ontwaken: "Ik wilde u juist over hem spreken. Handel met mij naar welgevallen; maar help mij vooraf, hem naar zijn huis voeren. Ik vraag u niets anders." Javerts gezicht vertrok zich, zooals hem telkens gebeurde, wanneer men hem tot eenige toegevendheid in staat scheen te achten.

De rentenier was zeer schuw ging slechts 's avonds uit sprak met niemand enkele keeren slechts met de armen en liet zich niet naderen. Hij droeg een oude, leelijke bruine jas, die verscheidene millioenen waard moest wezen, wijl hij geheel en al met banknoten gevoerd was. Dit prikkelde niet weinig Javerts nieuwsgierigheid.

De politieagenten kwamen toeschieten, en in weinige seconden was Javerts bevel volbracht. Vrouw Thénardier was als verpletterd, zij zag haar handen en die van haar man gekneveld, zonk op den grond en riep weenend: "Mijn dochters!" "Zij zijn in zekerheid," zei Javert. Ondertusschen hadden de politieagenten den slapenden dronkaard achter de deur gevonden en schudden hem.

Dit weet de politie ook en daarom zoekt zij te Parijs, wat zij elders verloren heeft. Zij zocht er den maire van M. sur M. Javert werd naar Parijs ontboden om er de opsporing te besturen. Javert hielp inderdaad krachtdadig om Valjean te vatten. Javerts ijver en schranderheid werden bij deze gelegenheid door den heer Chabouillet, secretaris der prefectuur onder den graaf Anglès, opgemerkt.

Wijl het gebeurde in het politiebureau ruchtbaar was geworden, meenden de directeur van het postkantoor en eenige personen, die den brief, vóór hij verzonden werd, gezien en op het adres Javerts schrift herkend hadden, dat hij er zijn ontslag in verzocht. De heer Madeleine haastte zich aan Thénardier te schrijven. Fantine was hem honderd twintig francs schuldig.

Zeven of acht soldaten, tot een peloton gevormd, rukten de straat Polonceau in. Hij zag de bajonetten glinsteren. Zij kwamen op hem af. Deze soldaten, aan wier spits hij Javerts hooge gestalte herkende, naderden langzaam en behoedzaam. Telkens bleven zij staan. 't Was duidelijk dat zij alle hoeken der muren, de portalen der deuren en gangen doorzochten.