United States or Svalbard and Jan Mayen ? Vote for the TOP Country of the Week !


In het midden zelf der stad was Jean Valjean uit de stad verdwenen, en in een oogwenk, in den tijd waarin men een deksel kan oplichten en nederlaten, was hij uit het helderst daglicht in de diepste duisternis, van den middag in middernacht, uit het gewoel in de stilte, uit het gerucht des donders in de rust des grafs, en, ten gevolge van een nog wonderbaarder toeval dan in de straat Polonceau, uit het grootste gevaar in de volkomenste veiligheid overgegaan.

Men onderscheidde echter onduidelijk muren, als van andere tuinen, en de lage daken der straat Polonceau. Men kon zich niets somberder en eenzamer voorstellen dan dezen tuin. Er was niemand, 't geen in dit uur niet vreemd was; maar de plaats zag er uit, alsof er nooit iemand kwam, zelfs niet op klaarlichten dag.

Hij gevoelde zich als in een net gevangen, dat zich langzaam dichttrekt. Wanhopend zag hij ten hemel. Om het volgende te begrijpen, moet men zich een duidelijk denkbeeld vormen van de steeg Droit-Mur en in 't bijzonder van den hoek, ter linkerzijde, als men uit de straat Polonceau deze steeg inging.

Haar mee te nemen was onmogelijk. Een man heeft al zijn kracht noodig om zulk een buitengewone opstijging te volbrengen. De geringste last zou hem zijn zwaartepunt doen verliezen en ternederstorten. Hij had een touw noodig. Jean Valjean had er geen. Waar, te middernacht, in de straat Polonceau, een touw te vinden?

Zeven of acht soldaten, tot een peloton gevormd, rukten de straat Polonceau in. Hij zag de bajonetten glinsteren. Zij kwamen op hem af. Deze soldaten, aan wier spits hij Javerts hooge gestalte herkende, naderden langzaam en behoedzaam. Telkens bleven zij staan. 't Was duidelijk dat zij alle hoeken der muren, de portalen der deuren en gangen doorzochten.

Daarnaast was een koetspoort van gewone grootte, die blijkbaar later was aangebracht. Een lindeboom verhief zijn takken over het inspringend vak, en aan den kant der straat Polonceau was de muur met klimop overdekt. In het dreigend gevaar, waarin Jean Valjean zich bevond, had dit somber gebouw iets verlatens en eenzaams, dat hem aanlokte.

Aan den hoek, waarvan wij gesproken hebben, was het zoo laag, dat het slechts een muur vormde. Deze muur liep niet gelijkzijdig met de straat, maar stond naar binnen, en vormde een vierkante ruimte die aan beide hoeken der straat Polonceau en der straat Droit-Mur onzichtbaar was. De gevel van dat groote gebouw had een somber aanzien.

Hij herinnerde zich den doodsangst, waarin hij acht jaren geleden, in de staat Polonceau was geweest, en op welke wijze het hem gelukt was te ontsnappen; toen was het moeielijk, thans was het onmogelijk.