Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 mei 2025


't Liep tegen Lichtmis, en 't huisgezin van Peter Janssen stond vermeerderd te worden. Wiege-Mie was de getrouwe hulp van moeder Janssen. Ze was schoon en goed, en ze was de lieveling van al de kinderen en van de echtelieden ook.

Janssen geeft weinig um proal of pracht, 't kamerke is best genoeg; in die bedstee zal ie wel sloapen. Alschoon 't hum hier bij nêf en nicht perjen niet mee is gevallen, zoo gleuft ie toch dat ze doen wat ze kunnen.

Neef Janssen, die intusschen wil toonen dat hij zijn wereld zoowel als zijn Hollandsch verstaat, trekt een blaadje waarop zich twee karafjes en vier glazen bevinden, naar zich toe, en terwijl hij het eene karafje vat, zegt hij tot den Hollandschen neef: "Lust uwe dat ook in Den Haag? Zuivere bitter! Prebier 't moar is."

Bij afwezigheid zijner wederhelft, stelt Janssen al zijn Hollandsche welsprekendheid in 't werk, om nicht tot het gebruiken van een glaasje dubbele annies te verlokken: "Goed voor de frissigheid," betuigde Janssen: "'t was nog van de letste kroamhistorie: St. Jan 'en joar geleejen."

Boven in die horste, Daar hangen die lange worsten, Als de lange gegeten zijn, Dan zullen de korte wel beter zijn. Vergelijk hiermee het Zutfensche: Vastelavond, die komt aan, Als de meisjes vroeg opstaan, Dan gaan ze voor den spiegel staan: Moeder, zit mijn kapje wel? Daar komt Floris Janssen, Die zal op den foekepot spelen, En de gek zal dansen.

De tegenwoordige eigenaar, de heer D. J. van den Honert, die zijn zaken te Amsterdam heeft en wiens vrouw de dochter is van den bekenden amsterdamschen philantroop, wijlen den heer P. W. Janssen, gevoelt zeer veel voor het verleden van het huis, waarvan hij in 1905 bezitter is geworden, toen hij het kocht van mevrouw de weduwe barones Van Welderen Rengers.

"O.... o.... wel zeker!" zegt de Haagsche neef, terwijl hij vreeselijk hard zijn neus snuit, en zijn echtgenoote kan, terwijl ze haastig naar buiten ziet, om 't fatale, een glimlach niet weerhouden. Janssen had wel 'en drupke bitter gelust moar ... da's zeker niet Hoags.

In weerwil van deze niet zeer volledige aanduiding, bereikt de barouchette eindelijk de woning van den grossier-kruidenier-wethouder-vetweijer Janssen, van den vierkanten man met het rondroode aangezicht, die, terwijl hij de pet van zijn hoofd licht, het portier opent, en met een: "Welkom nêf en nicht, bezonder mooi weertje harrejennig!" mijnheer en mevrouw Van Middelnesse in het uitstappen behulpzaam is.

"Nu, wat mij betreft 't kan me niet schelen," herneemt de man, doch, nadat hij langzaam zijn koffie heeft opgeslurpt voegt hij er bij: "Maar je hadt mij nooit gezegd dat die neef Janssen ook kruidenier is." Mevrouw krijgt een kleurtje en antwoordt: "Toch heusch niet expres; maar schatje, zijn haas en patrijsjes smaakten je elk jaar bijzonder; waarlijk, 't is een goed mensch!

Drie werden er tot twee jaren gevangenisstraf veroordeeld; Emanuel van Praag en Barth Meijer tot vijf jaar opsluiting; Jan Dupker en nog vier anderen kregen acht jaar tuchthuisstraf, terwijl Toon Janssen en Anthonie Hantelman, als de eigenlijke aanleggers van het oproer, gefusilleerd zouden worden. Franciscus Stargardt eindelijk werd, wegens majesteitsschennis, eveneens tot den kogel veroordeeld.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek