Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juli 2025


't Is 1 November, Allerheiligen, en het geluid der kerkklokken wordt, met den kletsenden regen en de bulderende windvlagen, als één akelige jammerklacht wild heen en weer gezweept. Wat zullen we doen? Hier blijven of toch maar doorrijden? Van kasteelen zien kan zelfs geen sprake meer wezen. Tóch maar doorrijden! Wij hebben allen haast nu om aan 't eind te zijn.

Het is een nacht van lichte pracht, Maar duistrer nacht is nooit verschenen; En als ik denk, dat gij nu zacht In droomen lacht, dan moet ik weenen Omdat ik U niet meer kan zien En nooit misschien zal wederzien. "Wanneer gij, doof voor jammerklacht en gillen, Voor bittre tranen, biddend liefdewoord, Den zond'gen dorst der zinnenlust blijft stillen En andrer vrede als eens mijn vrede stoort,

Deze klaagde om de verloren geliefde, want louter de eindelooze min voor de schoone lelie had hem naar het eenzame dal gevoerd en de granietrotsen bogen in deelname hare hoofden voor des jongelings jammerklacht.

40 en met gansch groene slangen waren omgord: adders en gehoornde slangen hadden zij voor lokken, waarmede de woeste slapen omwonden waren. 43 En gene, die de slonzen der koningin van de eeuwige jammerklacht goed kende, zeide tot mij: "Hoed u voor de wreede Erinyen. 46 Deze is Megere met het onheilspellend gezang: gene, die te rechter zijde weent, is Alecto: Tisiphone is in het midden."

Van verre klonk het klagend geprevel der arme lieden, die hier een nachtverblijf hadden gezocht, en door onze nadering uit hun rust opgeschrikt, hun eentonige en treurige jammerklacht aanhieven.

't Knaapje, door de smart gefolterd, Barstte los in luid geween; En terwijl een vloed van traantjes Langs zijn bleeke koontjes dauwde, vloog hij naar Cythere heen: "Moeder!" riep hij, "'k ben verloren! Red mij op mijn jammerklacht; Ach, een kleine slang met vleugels, Door den landman bie geheeten, heeft me een wonde toegebracht!"

TITUS. Maar stel, zij had een vader en een moeder, Hoe lieten die de gouden wiekjes hangen En gonsden in de lucht hun jammerklacht! Die arme schuldelooze vlieg! Zij kwam om ons een aardig lied te gonzen, Ons te verheugen; en nu doodt gij haar! MARCUS. Vergeef mij; 't was een zwart en leelijk dier, De Moor der keizerin schier; daarom doodde ik 't. TITUS. O, o, o!

4 Ik was reeds geheel en al bereid om te schouwen in de ons ontdekte diepte, die van doodelijke jammerklacht overliep: 7 en ik zag luiden door de rondloopende vallei naderkomen, zwijgende en weenende, met dien tred, welken in deze wereld de bedevaarten houden.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek