Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juli 2025


Eer en rijkdom werden inniger en gretiger genoten, want zij staken nog feller dan nu af bij de jammerende armoede en verworpenheid. Een bonten tabbert, een helder haardvuur, dronk en scherts en een zacht bed hadden nog dat hooge genotsgehalte, dat misschien door de Engelsche novelle in de beschrijving der levensvreugde het langst is beleden en het levendigst ingeboezemd.

Hun traagheid naar lichaam en geest, hun zwaarmoedig voorkomen, de jammerende geluiden, die zij dikwijls met merkwaardige volharding voortbrengen, hun onzindelijkheid, weekelijkheid en gering weerstandsvermogen tegen veranderde levensomstandigheden: al deze eigenaardigheden en gewoonten maken, dat zij geen aanbeveling verdienen als huisgenooten van den mensch, hem geen aangenaam tijdverdrijf kunnen verschaffen.

De kaarsen waren bijna ten einde gebrand; Dolly was juist in zijn kabinet geweest en had den dokter voorgeslagen een oogenblik te gaan liggen rusten. Lewin zat daar en hoorde het verhaal van den arts van een wonderdokter en magnetiseur; hij had het begrepen en voor een oogenblik den angstigen toestand vergeten. Plotseling weerklonk een jammerende kreet, zooals hij nimmer gehoord had.

Om negen uur begon Victor den afmarsch over de bruggen, nadat zijn soldaten zich met geweld een weg hadden moeten breken door de gillende, jammerende menschenmassa die zich, met voertuigen en losse paarden bont dooreen, aan de toegangen verdrong en die den kostbaren tijd om de rivier over te komen den vorigen dag had laten verloren gaan.

De groote strijders moeten opstaan, de natiën door moedige daden verlichten en deze jammerende menschheid wakkerschudden, welke de "gratie Gods", het geweld, het fanatisme, het onverantwoordelijk gezag en de absolute majesteit met schaduw bedekken; een domme troep, die in zijn halve blindheid den flauwen glans dezer donkere overwinningen van den nacht bewondert. Weg met den dwingeland! Maar hoe?

En de vischverkooper huilde als een wolf. En de klokken van Onze-Lieve-Vrouwekerk klepten. En Lamme en Uilenspiegel stegen terug op hunne ezelen. En de jammerende Nele bleef bij Katelijne, dewelke gedurig zeide: Doe het vuur weg! het hoofd brandt; kom terug, Hansken, mijn liefste.

Een jammerende man aan den martelpaal is bij de Roodhuiden een onmogelijkheid. Wie over pijnen klaagt, wordt veracht, en hoe luider het klagen wordt, des te grooter wordt de verachting.

De stem van alle soorten van Spitsmuizen bestaat uit fijne, piepende of kwetterende en fluitende klanken; als zij beangst zijn, verneemt men van haar jammerende geluiden; alle verbreiden, als zij in gevaar verkeeren, een meer of minder sterken muskus- of civetreuk, die haar wel is waar gedurende haar leven niet tegen hare vijanden beveiligt, maar ten gevolge heeft, dat slechts weinig dieren haar eetbaar achten.

De jammerende toon, die aan den Brulaap eigen is, ontstaat, als de lucht met geweld de beenige trommel binnenstroomt. Als men bedenkt, hoe groot deze beenige doos is, verwondert men zich niet meer over de sterkte en den omvang van de stem dezer dieren, die hun naam met het volste recht dragen."

Dra antwoorden hem al de andere honden in verren omtrek met instemmend gehuil. Dan kunnen de menschen, op hun legersteden uitgestrekt, niet slapen. En op hun nachtelijke sponden verwenschen zij de honden. Ik kan ook niet slapen. Maar ik verwensch het jammerende dierenkoor niet. Want ik verbeeld mij te weten, waarom in den stillen nacht de trekhonden huilen.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek