Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


Toen ik de voorgaande bladen gedrukt zag, begreep ik dat er nog iets aan ontbrak, alvorens ik ze de wereld in kon zenden. Eerst had ik gedacht er eene scherpe Voorrede vóór te schrijven, zeer hatelijk tegen dezen of genen collega-auteur, die mij nooit kwaad had gedaan, maar daar ik een hekel aan had of jaloersch van was.

Plotseling balt hij de vuisten, heft ze omhoog en schudt ze zoo dreigend, dat de dokter hem verschrikt aanziet en zegt: "Je bent jaloersch, arme Dorus!" In zichzelven denkt hij: "Welk een hartstocht!" "Ik kon het niet langer aanzien; ik zag, dat hij gelukkig was, en ik... ik stond daar en mij zag men hoogstens meelijdend aan.

York Minster was zeer jaloersch op elke attentie, die haar werd bewezen; want blijkbaar had hij plan haar te trouwen, zoodra zij aan land zouden zijn.

Inwendig waren ze verschrikkelijk jaloersch, doch tegenover elkander veinsden zij den man te beklagen, die op zoo onverantwoordelijke wijze van alle gezag in huis afstand deed. «Dat wordt een huishouden als van Alkinoös, den Phaiaken-koning.

Er was iets, dat wij kinderen wel vreemd vonden: Ze was volstrekt niet de uitverkorene van onze klasse-onderwijzeres, onze betooverende Kitty. Kinderen gissen niet, stellen vast zonder bewijsgronden. De juffrouw is jaloersch op Kitty's bekoorlijke verschijning, was ons aller opinie.

Doch zij vloog om zijnen hals en sprak: Lamme, mijn man, ween niet: ik ben niet wat gij denkt: ik behoorde nooit aan dien monnik. Gij liegt, zeide Lamme weenend en knarsetandend tegelijk. Ha! nooit was ik jaloersch, doch nu ben ik het! Ongelukkige drift, grammoedigheid en liefde, behoefte aan dooden en worgen. Uit mijne oogen! neen, blijf! Ik was zoo goed voor heur! De moordlust is meester in mij.

Het was nog niet genoeg een kroon te verliezen, afstand van een minnaar te doen en zich aan iemand te moeten geven dien zij haatte; doch zij moest daarbij nog hare gevoelens verbergen voor een echtgenoot, die een grooten hartstocht voor haar koesterde en van nature jaloersch was. Deze echtgenoot, blijde haar te bezitten, was steeds aan haar voeten.

Dat hij wel degelijk jaloersch was, zei hij zich, dat hij niet velen kon, in nijdige galligheid, dat zijn vrinden 't leven genoten, omdat hij 't zelf niet kon. Want dat was 't immers! Niets anders! Hij kón 't niet, 't leven genieten, hij had er 't talent niet voor, 't zout niet in zich zelf, zooals zijn oom dat altijd noemde, dien hij dan uitlachte.

Zoo kwam het, dat ik er geen idee van had, dat de menschen aan het Hof heel jaloersch op elkaar waren, en elkaar altijd een mooie betrekking misgunden. Van zulke kleine menschjes als de Liliputters zijn, had ik dit zeker niet verwacht. Langzamerhand begreep ik echter, dat ik mij op dit punt vergist had.

Lach zoo niet! mompelde hij, zijne wenkbrauwen fronsend; waarlijk, ik meen het, je bent zoo intiem met hem.... Maar hij is je beste vriend! Ja, dat kan wel zijn, maar toch ... toch ... Zij begon weer te lachen, ze vond hem allervermakelijkst en tevens had ze er hem zeer lief voor, dat hij zoo mopperde en zoo jaloersch was.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek