Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


De keizer van Blefusku verzocht drie dagen bedenktijd, alvorens hij dit verzoek kon beantwoorden en liet mij bij zich komen. Ik schonk hem klaren wijn over de wakkere Liliputters en vertelde hem, wat men van mij had verlangd en wat ik had geweigerd.

De Liliputters durfden niet in de schittering van mijn zwaard te kijken en sloegen angstig de handen voor het gezicht. Zoo ongeveer zal het de leeuwerik en hare jongen te moede zijn wanneer de zeis des maaiers over hunne hoofden zwaait.

Maar eindelijk was mijn wegblijven den Liliputters toch wel verdacht voorgekomen, want op zekeren dag verscheen bij den keizer een Liliputsche hoveling, met een afschrift van een gedeelte van de aanklacht, die tegen mij was ingebracht en met den eisch mij uit te leveren.

Zoo is het bij voorbeeld merkwaardig, dat de Liliputters niet van links naar rechts schrijven zooals wij, ook niet van rechts naar links, zooals de Arabieren en de Hebreeuwers, ook niet van boven naar beneden als de Chineezen, en ook niet van beneden naar boven zooals de Caskagiërs, maar schuin, van beneden links naar boven rechts, zooals bij ons de dames doen, wanneer zij bij het schrijven aan het dansen denken.

Ik had geen lust om te landen, want ik had respect voor de vergiftige pijlen van de Liliputters. Ik kwam dus niet te dicht bij de kust, maar dicht genoeg om, met behulp van mijnen verrekijker de menschen aan het strand duidelijk te kunnen onderscheiden.

Natuurlijk smeekte ik hem telkens weer, en ik vroeg er hem op de knieën om, mij toch mijne vrijheid terug te geven. Hij zei, dat dit pas later kon gebeuren en dat het er heelemaal van afhing hoe ik mij gedroeg. Ook moest hij dit met den Raad van Staten overleggen. In ieder geval zou ik eerst een vredes- en vriendschapsverdrag met de Liliputters moeten sluiten.

De Liliputters beweerden, dat de Blefuskuneezen kakelden als kippen, wanneer zij eieren leggen, en zij zelf zijn zeer trotsch op de schoonheid van hunne eigen taal. De Blefuskuneezen daarentegen beweren, dat de Liliputters spraken alsof zij een heete aardappel in hun keel hadden, maar zij dwepen met hunne eigen taal.

Het water kwam mij op de diepste plaatsen van het kanaal heelemaal tot aan mijn hals. Daarom zagen de Liliputters mij niet dadelijk en dachten niet anders of de vloot der Blefuskuneezen kwam met eene vijandelijke bedoeling op Liliput aan.

Den 13^den April 1702 liepen wij gezond en wel de haven van D. binnen en toen ik hier louter reuzenmenschen zag en eene reuzin met twee kindertjes, die zoo groot waren als olifanten en deze mij als man en vader begroetten, toen begreep ik pas, dat al die menschen niets grooter waren dan ik, en dat ze mij alleen maar zoo reusachtig groot toeschenen, omdat ik die kleine Liliputters nog altijd in mijn geest voor mij zag.

Zoo kwam het, dat ik er geen idee van had, dat de menschen aan het Hof heel jaloersch op elkaar waren, en elkaar altijd een mooie betrekking misgunden. Van zulke kleine menschjes als de Liliputters zijn, had ik dit zeker niet verwacht. Langzamerhand begreep ik echter, dat ik mij op dit punt vergist had.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek