Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
De verliezen van den vijand schatten wij nog hooger. Nu hebben de Blefuskuneezen echter een reusachtige vloot uitgerust en daarmede denken zij ons bij de eerstvolgende gelegenheid te overrompelen. Zijne Majesteit, onze Allergenadigste keizer en heer heeft mij bevolen u hiervan mededeeling te doen, omdat hij in uw kracht en in uw dapperheid het grootste vertrouwen stelt."
Het keizerrijk Blefusku lag ten Noord-Oosten van Liliput en tusschen beide landen was een kanaal ter breedte van 800 el, dat de vorm had van een hemdsmouw. Ik had het nooit gezien, omdat ik nog niet aan de Noord-Oostzijde van Liliput was geweest, en nu liet ik mij met opzet daar niet zien, omdat ik voor de Blefuskuneezen niet wilde weten, dat ik in Liliput was.
Het water kwam mij op de diepste plaatsen van het kanaal heelemaal tot aan mijn hals. Daarom zagen de Liliputters mij niet dadelijk en dachten niet anders of de vloot der Blefuskuneezen kwam met eene vijandelijke bedoeling op Liliput aan.
De muziek klonk voor mijn bewustzijn zóó zacht, dat ik alleen maar de Turksche trom hoorde, en dat klonk net alsof bij ons een dikke bromvlieg tegen het venster bonst. Toen ook dit schitterende schouwspel voorbij was, hield de keizer een lang gesprek met mij, waarin hij den vurigen wensch uitte, verder alle andere schepen der Blefuskuneezen in zijn macht te krijgen en het heele land te veroveren.
De schrik der Blefuskuneezen toen zij mij zagen, is niet te beschrijven. Als opgejaagde muizen sprong de geheele bemanning der vloot te water en zwom aan land. Dat spreekt ook eigenlijk vanzelf, want stel je nu eens voor, dat er bij ons plotseling een monster zeventien maal zoo groot als een gewoon mensch aan de kust verscheen.
Natuurlijk zou ik de taal der Blefuskuneezen niet verstaan hebben, maar de gezanten zouden eenen tolk meegenomen kunnen hebben, dit hadden zij echter niet gedaan, omdat zij mij eene bizondere beleefdheid wilden bewijzen. Des te meer moest ik dit waardeeren, omdat beide volken groote minachting voor elkaars taal hadden.
Er bleef mij dus niets anders over, dan alle vijftig ankertouwen met mijn zakmes door te snijden en daarbij kreeg ik wel een paar honderd pijlen tegen mijn gezicht en mijne handen. Ik beet van pijn op mijne lippen. Ten slotte had ik echter het laatste touw doorgesneden en trok ik de heele Armada der Blefuskuneezen meê.
De Liliputters beweerden, dat de Blefuskuneezen kakelden als kippen, wanneer zij eieren leggen, en zij zelf zijn zeer trotsch op de schoonheid van hunne eigen taal. De Blefuskuneezen daarentegen beweren, dat de Liliputters spraken alsof zij een heete aardappel in hun keel hadden, maar zij dwepen met hunne eigen taal.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek