Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
"Wie? Prevost!" riep Justine, die met de derde gast, hare nicht Jeannette, had staan praten, terwijl zij zich bij de sprekers aan den haard voegde: "Waarlijk, ik heb nooit iemand gezien, die zoo volmaakt voor hansworst geschikt is. Wat zei Van Bierenstag ook? Een ui ja, 't is een ui; als hij opkomt, heeft men al genoeg. Zaterdag, hé mama, ik wilde, dat j'm gezien hadt Van Bierenstag; perfect! perfect! Comique tout
"Wil uwe dan maar andachtig luistere?", en zoo, net as strakkies, "en hoe of u an Racier gekomme bent?" "Zoo a'k an die rechter van instructie voorgegeve heb." "Kò' j'm van vroeger?" "Nee, edelachtbare", en dat verdere smoesie "want ik had net twaalf jaar in dat groote huis van Leeuwarde achter me rug.
"Wat sta j'm nou af!", zei Joozep nijdig: "anders zijne juillie toch in en uit me togus!" "Ik héi kien!", kraakte de stem van den voddenjood en 't plat van z'n hand beklapte de tafel dat de schillen omhoog hupten: "zoo waar as 'k leef! Geloof je me nie? Geloof je me nie! Nog! Zoo zalle me ooge uitzwere! Me kaart leit vòl pelletjes. 'k Bin daar mesjogge!"....
't Weer is wel wat guur, maar, zoo 't een kou is die je vatte, moet je aan 't spreekwoord denken: "breng de kou waar j'm haalde." Enfin, ik ben er lam aan toe, en had al eerder geschreven, zoo ik niet onbeweeglijk stil had moeten liggen, en nú nog schrijf ik in een liggende houding. V........ ongelukkig, vind je niet! Soit! 'en been is maar 'en been.
"Sulleke snothannese!", raspte de vrouw, schreeuwrig naar 't donker der kamer: "overal motte se met d'rlui poote ansitte", en weer de borsten in kwallende zwelling op de armen: "doe j'm d'r op, sellemander!" "Nou!" schreeuwde Jan terug: "d'r leit wat in." "W
Toen ging poesje trip, trap, Sloeg de deuren klip, klap, »Vrouw vos is u daar wel?« »»Och ja, mijn poesjenel!«« »Een vrijer is gekomen,» »»Heb j'm goed opgenomen?«« »Heeft hij ook wel negen zulke mooie pluimstaarten als mijn zalige heer Vos?« »O, neen,« zei het poesje, »hij heeft er maar één.« »Dan wil ik hem niet hebben.» Juffer poes ging naar buiten en stuurde den vrijer de laan uit.
"Doe j'm dich!" schreeuwde hij schor, maar Jan, koppig, wetend dat de menschen-van-boven-het-pakhuis geen deur op de plaats hadden en overhoop leien met die van benee, zei alleen maar brutaal het manshoofd besarrend: "Daar hei-je háár ook!" en keek bot, met jongens-verachting, naar de roode, lillende koonen. Woede verpaarste 't gezicht van den man.
Beteuterd bleef hij staan, vreesde voor het verder verloop van dees avontuur en betreurde in petto dat hij niet aan de lokkende begeerte had weerstaan om, zooals hij 't zich had ingebeeld, "tusschen vier oogen te genieten van Sörge's nederlaag." Aan Henriëtte had hij bij Riche en onder het uitkakkelen van een viezen lach verklaard: J'm' en vais un peu rabaisser le caquet du faux grand homme!
Zeg Lewie as j'm zelvres kwam hale;.... je ken nooit whete m'n liewe jonge.... je kon dan de sjwarte en rhooije hinkt au phesant meêbrenge, en de levransie van je memmele en de felle van Lijpie hop je nek meephakke.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek