Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juli 2025
Het gerecht, de wet, mijn dukaten en mijn dochter! Koopman van Venetië. Aan de Saksische edelen het overlatende, tot hun maaltijd terug te keeren, zoodra hunne onbevredigde nieuwsgierigheid duldde, dat zij aan hun half verzadigden eetlust gehoor gaven, moeten wij een blik werpen op de nog strengere gevangenschap van Izaäk van York.
"Lees het briefje nog eens," zei de Rabbijn, "mogelijk vinden wij nog een weg tot redding." "Lees gij, broeder," antwoordde Izaäk; "want mijne oogen zijn als waterfonteinen."
De gil, welken Izaäk bij deze ongevoelige mededeeling gaf, deed het gewelf weergalmen, en verraste de twee Saraceenen zoo zeer, dat zij den Jood loslieten. Hij maakte gebruik van deze vrijheid, om zich neder te werpen, en Front-de-Boeuf's knieën te omvatten. "Neem alles, wat gij geëischt hebt," riep hij.
"Zeshonderd kronen," herhaalde de kapitein ernstig: "ik ben tevreden; gij hebt goed gesproken, Izaäk; zeshonderd kronen, het vonnis is geveld, heer Prior." "Een vonnis! een vonnis!" riep de bende; "Salomo kon het niet beter overlegd hebben." "Gij hoort uw vonnis, Prior," zei de kapitein. "Gij raast, vrienden," hernam de Prior; "waar zal ik zulk een som vinden?
Terwijl Izaäk dus van het gezelschap uitgestooten stond, evenals zijn volk onder de natiën, te vergeefs naar een welkomstgroet en een rustplaatsje omziende, kreeg de pelgrim, die bij den haard zat, medelijden met hem, en stond hem zijn stoel af, deze paar woordjes zeggende: "Oude man, mijn kleederen zijn droog, mijn honger is gestild; gij zijt nog nat en hongerig."
Gedurende zijn feestelijken tocht door het strijdperk, werd de aandacht van den Prins getrokken door de opschudding, welke het eerzuchtige streven van den Jood Izaäk naar eene hoogere zitplaats veroorzaakte.
"Bij den Hemel, Izaäk, ik wenschte, dat ik dit geweten had. Ik dacht, dat het zwartoogige meisje uw bijzit was, en gaf haar, als dienstbare, aan den ridder Brian de Bois-Guilbert, naar de gewoonte van de aartsvaders en helden van den ouden tijd, welke ons hierin met een goed voorbeeld zijn voorgegaan."
"Mijne dochter Rebekka, tot uwer Hoogheids dienst," antwoordde Izaäk, met eene diepe buiging, geheel niet verlegen over den groet van den Prins, ofschoon daarin evenveel spotternij als beleefdheid lag opgesloten. "Des te beter voor u!" riep Jan met een schaterend gelach, dat bij zijn vroolijk gevolg in alle onderdanigheid aanstekelijk scheen.
Gij kunt zijne hebzucht licht bevredigen; want denk niet, dat ik verblind ben door uwe voorgewende armoede. Ik ken zelfs de ijzeren kist, Izaäk, waarin gij uwe geldzakken bewaart. Hoe? zou ik den grooten steen niet kennen onder den appelboom, welke toegang verschaft tot de gewelfde kamer onder uw tuin, te York?" De Jood werd bleek als de dood.
Izaäk kromp van schrik ineen, en zweeg. "En welk onderpand krijg ik?" vroeg de Prior. "Als Izaäk door uwe bemiddeling slaagt," hervatte de kapitein, "dan zweer ik bij St. Hubertus, dat ik er voor zorgen zal, dat hij u het geld baar uitbetaalt; of ik zal zoodanig met hem afrekenen, dat hij beter gedaan had twintig zulke sommen uit te betalen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek