Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
Zij sliep reeds, en dat stelde hem gerust. Hij hoorde nog even het gegiegel van de dikke Irma Pese, die wat hooger dan de andere gekitteld werd, en toen sliep hij ook loodzwaar in. De lucht was effen grijs en stil, benauwd en broeiend; de vliegen zwermden sarrend. Glanzend-rood hingen de rijpe kersen in het zachte groen te blozen. In de verte hoorde men af en toe vaag en zwaar dondergeroffel.
Zij hadden 't tegelijkertijd over de mooie kleeren, over de twee leelijke, magere Engelsche, over die schoone, lieve jonkvrouw Anna en over den milden heer dien zij nog nooit te voren gezien hadden. "Doar zilt-e van heuren! da es mejonkvreiw Anna's lief!" riep opgewonden Irma Pese. "Ge zoe't gij meschien zijn lief wille zijn!" gekte Vaprijsken. Luid moesten zij allen giegelen en schateren.
Het eerste gedeelte van hun zwaren arbeid was volbracht; en zij verademden even en dronken weer een borrel uit de flesschen die de boer voor de zooveelste maal van de hoeve had gehaald. Zij waren nog niet dronken, maar enkelen toch begonnen vreemd te doen. Irma Pese had van Vaprijsken een gevulde pijp gekregen en rookte met gulzige smakken, veel te gauw, als een kwajongen vóór hij rooken kan.
De heer, die de drie meisjes vergezelde, was even wat op zij gaan staan en keek belangstellend naar 't zwaar figuur van Irma Pese in haar plakkend-natte kleeren. Mejonkvrouw Anna kwam plotseling naar hem toe en keek hem sprekend met haar lieve oogen aan, terwijl ze zacht en teeder haar fijne hand op zijn arm legde. "Armand, donne-leur quelque chose, leur travail est si dur," streelde zij.
Met stralende oogen, zonder acht te geven op 't schertsen der heele bende, die met de ondeugende Irma om zijn onverwacht antwoord medelachte, durfde hij nu Rozeke onbevangen aankijken, en 't kwam hem voor alsof zij, in het schemerduister, onder zijn langen liefdeblik, meer en meer vast-levende vormen kreeg.
"'k Weinsche dat ik 't heure woare!" riep de Seissekoker. "O gie leulijke vuilbek!" schimpten de vrouwen. Zij babbelden daar nog druk over na en kwamen tot de conclusie dat het waarschijnlijk toch wel was zooals Irma zeide: jonkvrouw Anna's lief. Zij vonden hem een mooien, flinken man, en wat moest hij schatrijk zijn om zoo maar ineens twintig frank ten beste te geven.
Hij duizelde even van zijn waagstuk, hij hoorde, als in een droom, de dikke Irma luidop schaterlachen, en Rozeke, beschaamd en half verwijtend stamelen: "Ah moar Fons, wa peist-e toch!" Maar hij h
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek