United States or Venezuela ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dan bereidt men de volgende vlade, die er, even vóór dat de taart op tafel gebragt wordt, moet ingegoten worden. Men doet 10 eijerdoijers in een bierglas, perst het sap van 4 citroenen in een glas, dat even groot is, uit, en vult dit aan met witten wijn, tot men eene gelijke hoeveelheid heeft als er van de eijeren is.

Die Vrijheid hebben zij te allen tijde als hun oorspronkelijk volksregt, waarop zij bijzonder gezet waren, gehandhaafd. Met regt kon dus HELMERS hen noemen: De Friezen, waardig 't bloed, waaruit zij zijn gesproten, Aan wie de vrijheid met de melk is ingegoten.

Zoo bakt men de pastei, en als zij gaar is, wordt het deksel er rond uitgesneden, en de doeken er uitgehaald en de ragout met de saus er ingegoten, waarop men het deksel er weder op legt. Men noemt dit eene blinde pastei.

Het uitgeloopen kersensap wordt met nog wat suiker stroopig gekookt en als alles gereed is, met een theelepeltje voorzigtig tusschen de ruitjes ingegoten. Indien men morellen in plaats van kersen gebruikt, moet men 3 o., 7 1/2 lood suiker nemen.

Het andere meisje had een kruik met heet water gevuld en Tony werd in de wollen deken gewikkeld, met de kruik in de bedstee gestopt. "Wat warme koffie of thee," zei Siem. En hoewel Tony geen trek had, werd hem de warme thee met een theelepeltje ingegoten. "Waar is moeder," vroeg hij nog eens. "Ja, die komt zoo," zei Siem, "ga nou maar eerst wat slapen."

"Mijn moeder zoaliger z' hier in huis doen brijngen, hier, veur den heird, bij 't vier, op de zelve ploatse woar da 'k nou zitte, en w' hén heur woarme melk en brandewijn ingegoten; moar 't was al te loate, 't 'n nie mier g'holpen. Veur den noene was z'euk al deud. Joa joa de goên tijd! spreek mij van de goên tijd!

We bezitten alleen een geëmailleerde kleine omeletpan. Die hebben we op het petroleumstel gezet en er een klein tikje slaolie ingegoten. Dat was het idee van Lou. Er kon maar één botje tegelijk in en dan nog stak de kop of de staart over den rand heen. Wat een eigenwijs, vervelend beest. Een ellendeling! Zóo lag-ie in de pan of hij krulde om als een halve maan. Wat we er aan deden was nutteloos.

Halef nam het kleine lantaarntje, liet er lucht in stroomen en kon de deur voldoende belichten. Deze was van binnen met sterk plaatijzer beslagen, dat er op geklonken was, en de scharnieren waren in de steenen kozijnen met lood vastgegoten. Misschien zouden wij die ingegoten scharnieren los kunnen krijgen, maar verstandiger was het, eerst een anderen uitgang te zoeken.