United States or Tanzania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onder mijn ontbijt is er een heftig dispuut geweest tusschen Abbas en Ibrahim, den kleinen bediende van Sidi Mohammed; ze hebben, ik weet niet wat erge scheldwoorden gewisseld en langdurige verwijten op den heftigsten toon; hun stemmen waren te luid voor de plaats binnen de muren, en ze stegen op tot het terras van het huis van Sidi Mohammed en drongen tot in zijn vertrekken door, waar andere stemmen zich in den strijd mengden.

Er is een wanhoop over Jeruzalem. O, het zonnige bonte leven gaat. Hassan, Mohammed, Ibrâhîm, Dzjumma: al de Arabische kinderen, die hun rolletje afspelen in mijn leven hier. Maar ik geniet het niet. Hart en ingewanden beven om de verslagenen mijns Volks.

De monniken waren toen niet minder vertrouwd met de behandeling van het geweer dan met die van hun rozenkrans; op eene schilderij in het klooster kan men zien, hoe zij met de wapenen in de vuist den aanval van Ibrahim pâsja afslaan, die verschrikt de vlucht neemt voor de onverschrokken dapperheid zijner vijanden.

Ibrahim Khan ontving de grensregelingscommissie onder bevel van Sir Frederick Goldsmith niet al te vriendelijk, en pas was de commissie, die de perzisch-beloetsjistansche grens geregeld had, vertrokken, of hij maakte zich van Koehak meester, dat niet aan hem was toegewezen. Hij stierf in 1884, na dertig jaren in dezen hoek van Perzië het bestuur te hebben gevoerd.

Toen al die verwenschingen uitgestooten waren, vertrouwde Abbas mij toe, dat Ibrahim een arami, een bengel was en dat hij, zoo jong nog, reeds een dief was, een serraq.

Eindelijk maakten de Maltezers zich meester van een turksch schip, dat met aanzienlijke rijkdommen beladen was. Het had prins Osman en prinses Fatima aan boord, kinderen van keizer Ibrahim, die op weg waren naar Alexandrië met het plan naar Mekka te reizen.

Het was gelukkig, dat Ibrahim ons vergezelde, want met een onverschillig air van meerderheid een overblijfsel uit den tijd, toen de constitutie er nog niet was en de Europeanen een schreefje voor hadden in Turkije met het uniform van het Nederlandsche consulaat aan, waarop een wapen was aangebracht, wist hij al de wachtenden op zij te duwen en door zijn bekendheid met de andere cavasjes werden wij bijna steeds vóór alle anderen geholpen.

Dan hoor ik niets meer, en daar Abbas en Ibrahim aan het plukken zijn, ben ik geheel alleen onder de boomen op het gras en denk weer aan den verren tuin van bij ons thuis. Op een dag zei Sidi Mohammed tot mij: "Als gij mijn ezel wilt nemen en tot aan de vlakte van de wadi rijden, zult gij er de Engelschen polo zien spelen. Dat is een prachtig gezicht."

Hij vertelde, dat mij alle mogelijke hulp zou verleend worden bij mijn terugkeer, waarna ik naar den consul ging die een heel makkelijk plan voor den heer H. en mij gereed maakte, en ons bovendien den cavasj Ibrahim meegaf, met wien ik dikke vrienden werd, want o heuglijke tijding, hij ook kwam uit Anatolië, hij ook kende slechts het Anatolisch Turksch, en dus kon ik me tegen hem verstaanbaar maken, terwijl hij het wel eens aardig vond een europeesche dame tegen te komen, die Turksch hakkelen kon.

Ook dat ken ik. Scheik Ibrahim Halebi heeft het vervaardigd. Wanneer gij die bepalingen inderdaad kent, waarom handelt gij dan niet dienovereenkomstig. Ik heb mij steeds en ook heden stipt daaraan gehouden. Dat is niet waar. Er staat geschreven, dat de rechter ook zelfs den grootsten misdadiger, alvorens hem te veroordeelen, gelegenheid geven moet tot verdediging.