Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 mei 2025


De stilte zelfs, die in hunne wooningen heerscht, en die nu en dan alleenlyk door het geschrei van vogelen of andere dieren wordt afgebroken, is geschikt om angst aan te jagen. De bouw-orde van de groote en kleine hut is overal dezelfde niet.

Men nam my dus op, en droeg my naar myne hangmat, op last van den Capitain MEDLER, die my onder eene goede hut deed plaatsen, en my dadelyk één van 's Compagnies Heelmeesters zond, om voor my te zorgen.

"Odarka," zeide Danilo tegen zijn vrouw, "haast je wat!" Odarka ging heen en nam haar beide jongens op haar armen met zich mee; de oudste stribbelde tegen, hij wilde zijn vader niet verlaten. Zij kwam spoedig, beladen met levensmiddelen, terug. Zij was kalm en zeide niets. Intusschen dwaalden haar oogen met een zekere onrust door de hut heen.

De Indianen kunnen de bewoonde hutten zeer goed onderscheiden van die, welke verlaten zijn; zij sluipen er zonder gedruisch te maken heen en stooten een scherpe speer met groote kracht door den wand der hut, waardoor zij in den regel den bewoner dooden. Zij leeft niet, zooals men misschien uit den naam zou afleiden, uitsluitend in het water of aan den waterkant of in moerassige oorden.

"Mijnheer heeft gelijk", bevestigde Khamis, "daar staat een hut met traliewerk. Laten wij voorzichtig zijn." "Komaan, wat voor gevaar kan ons dreigen!" riep Max Huber vol ongeduld. En inderdaad, menschen schenen hier niet te zijn. Zoo sloop het viertal behoedzaam nader en kon de hut duidelijker opnemen.

Dese beproeving doet gy in het laetste van Augustus en in het begin van September, omdat de byen in dien tydt nogh broet hebben. D. Vr. Wat moet ick nogh meer observeeren ontrent de vaeselbyen? M. A. Gy moet ook wel observeeren de kaer, die gy onder de hut stelt, dat sy niet egael syn.

Hulda at weinig, maar de reiziger deed zich te goed en vreesde volstrekt niet den berggids op zijde te streven. »Drommels," zei hij, »die inspanning heeft als het ware mijn maag uitgehold." »Nu, eet dan maar flink," zei de bewoner der hut. »Ik beken evenwel," ging de vreemdeling voort, »dat het meer dan onvoorzichtig was, toen ik den Maristiaan-pas over wilde."

Want ik kon mij zelven niet van schuld vrijpleiten: als ik goed de wacht had gehouden bij het vuur, zooals ik had moeten doen, zou ik niet in slaap zijn gevallen en zouden zij niet weggeloopen zijn; de wolven zouden dan niet naar onze hut zijn gekomen om hen te verslinden, maar uit vrees voor het vuur op een afstand zijn gebleven.

Bovendien ben ik ook in dit bosch niet bekend. Alleen weet ik, dat er zeer veel bosschen in dit land zijn en dat het eene zich aan het andere aansluit. Misschien zijn wij vele mijlen van elke woning verwijderd, en 't is ook mogelijk, dat wij langen tijd in deze hut opgesloten blijven. Het eten moeten wij dus bewaren voor ons middagmaal.

Voor de hut staande, nam hij nog eens zijn hoed af, maakte met zijn bovenlijf een dikke-mansbuiginkje, zeide "mevrouw, ik kom u eens opzoeken" en zette zijn hoed weêr op. Hij gaf Mathilde, die was opgestaan, een dikke, harderige, natterige hand.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek