Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Onze landgenoot de Heer van Erichem, Doctor in de medicijnen alhier, onthaalde ons op een lekker middagmaal naar den Hollandschen trant, waarbij zelfs watertongetjes, die zeer goed waren; die hupsche en vriendelijke man, welke hier reeds verscheiden jaren woont, en als een kundig Geneesheer bekend is, heeft echter nog veel van de Hollandsche gebruiken behouden, onder anderen is hij nog een groot liefhebber van de pijp, en zijne echtgenoote, hoewel eene Fransche, is redelijk genoeg, om zich hier na te schikken.
Ja kijk! as de vrijster niet zoo'n hupsche deern was 'eweest, en as ze niet alles pront betaald hadden en nog een fooi an de meid 'egeven toe, dan zou ik bij mijn zondige ziel 'edacht hebben, dat het Zwarte Piet zelvers was.
Als zijn hoogste levenstaak beschouwend: mooi gekleed te gaan, den dames hupsche lievigheidjes te zeggen, aardige dingsigheidjes voor ze te knutselen en boodschappen voor ze te bezorgen, verlaagt hij zich nimmer tot gemeene praktijken.
Mijn uitgever, of, om juister te spreken, de uitgever van Holland, is een beste, hupsche vent, met wien ik het altijd en in alle zaken uitnemend heb kunnen vinden: er is maar één punt, waarover ik, sedert ik hem als Redacteur ter zijde sta, het gedurig met hem aan den stok heb gehad.
"En zoo keerde de man, die den weg niet kende, met mij terug; want ik was ook juist van zins, meester Barbanera op te zoeken: en wij gingen eerst naar Plaswijk, waar ik bleef: en Feiko trok naar Rijnsburg: hij is een hupsche kerel, die Feiko: en ik had hem beloofd, te Plaswijk op hem te zullen wachten...." "Maar wees dan toch wat kort! wat gaan mij al uw reizen aan?"
De Perzen zijn over het algemeen zeer hupsche, beleefde lieden. Beproef het nog maar eens met hen! Hedenavond wil ik u met alle genoegen in mijn huis opnemen; vóor dien tijd kan het evenwel onmogelijk geschieden." »Dacht ik het niet? Ook hij is veranderd! Osiris is dood en Seth heerscht weder op aarde!"
In de onzaligste stemming wandelde ik verder. Komaan! Een nieuw meesterstuk toegevoegd aan het lange, lange register van mijne pummelarijen. Hoe onbeholpen had ik mij daar weer aangesteld! Geen woord van ontschuldiging jegens het hupsche kind had mijne tong weten te vinden. Geen wóord, geen groet, geene buiging. Gebloosd slechts had ik, altijd maar weer gebloosd. O bloed, bloed, sarrend bloed! Een oog dat ons ergert, kunnen wij uitrukken en v
"Wat dunk je, Patroon?" vroeg Pulver, toen hij weg was: "zou UEd. ook lust nebben om met de schuit mee te gaan naar de Kjöbenhavn, voor een veranderingetje? Er is hier toch niet veel raars te zien. Kapitein Holmfeld is een hupsche vent, die ons goed onthalen zal, wees daar zeker van: en dan kan UEd. hem de kisten zelf aanbevelen. Dat heeft altijd meer klem, dan dat ik het doe."
Intusschen had ik het slechter kunnen treffen: want mijne reisgenooten waren hupsche, hartelijke menschen, die zich tot Parijs toe alleszins beleefd en gedienstig jegens mij gedroegen.
"Zij zijn naar beneden gegaan," zeide Holmfeld: "'t schijnen hupsche menschen; waar wat schuw van vreemde aangezichten. Wij zullen hun echter laten vragen, of zij niet mede een kopje koffie komen drinken. Toe Melis! loop eens gauw naar beneden, en vraag, of Mijnheer en de Juffer ons met hun gezelschap willen vereeren. Zeg dat er niemand vreemds is als de Kapitein van de Fortuin en Mijnheer Huyck."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek