Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Toen Rossthiof zag dat er geen kans op ontvluchten was, beloofde hij te zullen doen als zijn overwinnaar wenschte, en, in vrijheid gesteld, begon hij dadelijk bezweringen te mompelen. Zoodra deze gehoord werden, verborg zich de zon achter de wolken, de aarde schudde en beefde, en de stormwinden huilden, als een troep hongerige wolven.

De arme vrouwen, die van Carrasco's fijn plan niets wisten, waren radeloos, en kermden en huilden, maar richtten daardoor niets uit, dan dat Don Quichot haar voor malloten en domme, onverstandige vrouwlui uitmaakte, zonder zich door al dat misbaar van zijn voornemen te laten afbrengen. Den volgenden dag zond Carrasco den beloofden helm.

Na een korten rit kwamen zij aan eene tusschen bergen ingesloten woudstreek, die rondom door jagers was afgezet en waar de jacht zou gehouden worden. Deze begon met groot alarm, met geschreeuw en geklapper. De honden blaften en huilden, de horens klonken en 't was een leven en een rumoer, dat men zijn eigen woorden niet kon verstaan.

"Doenjetschka woonde dus bij ons, was een lief, eenvoudig, rustig, maar dom meisje en daarbij een groote huilebalk. Ik herinner mij, dat ik reeds een weinig Fransch kon lezen en schrijven en dat men mij opdroeg haar de letters te leeren. Ik hield vol, zij begon te weenen, ik ook, en toen er later iemand bij ons kwam, konden wij niet praten, zoo huilden wij.

De beenhouwers, die de toorn van hun Deken verstaan hadden, volgden hem in wanorde en van wraaklust vol. "Sla dood! Sla dood!" huilden de scharen als razend. "Sla dood de verrader Deconinck! Deconinck!!" Het leven van de Deken der wevers was in groot gevaar; echter zag hij deze woedende menigte op zich aankomen zonder de minste ontsteltenis op zijn wezenstrekken te laten blijken.

In weinig ogenblikken werd er een brede galg op de Markt gerecht en een Priester bij de veroordeelden gebracht. Op het gezicht van het schriklijk moordtuig, huilden de vrouwen of broeders der ongelukkige Klauwaards om genade, en het volk dreef zich onstuimig opeen.

Daarom zette ik mij op de bank voor mijn huis neer en wachtte hen op. Hebt ge ze gezien? Neen, mijn kinderen waren aan het kibbelen geraakt, zij huilden en ik ging naar binnen om den strijd te beslechten. En in dien tijd moeten de vreemdelingen voorbij gekomen zijn. Ik ben er slecht afgekomen, maar wat mij uit hun gesprek bleek, deed me veel genoegen.

De vrouwen brachten kleiaarde, steenen, takkebossen aan, hijgend en zweetend arbeidden zij, onder den plassenden regen, aan het herstellen van den dijk ... vruchtelooze moeite; eene tweede, eene derde dijkbreuk ontstond; de vrouwen weenden, de kinderen huilden.

De kinderen stonden met samengeklemde handen te staren naar de reusachtige brekers en huilden jammerlijk. Kuikens en katten, die verschrikt in het water rondliepen, namen als bij onderlinge afspraak fladderend en klauterend de vlucht op het dak van het huis.

Als het kind dan huilde en zijn roode armpjes voor zijn oogen bracht, zette ze hem op den grond, boog zich naast hem neêr, hem in de ronding van haar arm nemend, en, haar hoofd naast het zijne, tegen het zijne aan, huilde zij meê. Zij huilden met hun tweeên in den stillen zomer. Hun tranen drupten op de kiezelsteenen van de hut.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek