Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


"Nog herinner ik mij haar vreeselijken tranenvloed, toen eens, onder 't spelen met mijn broertje Mitjenka, het volgende gebeurde. Het spel bestond daarin, dat zij elkaar een koperen kettinkje in den mond spuwden. Nu spoog zij met zoo'n kracht en hij sperde zijn mond zoo wijd open, dat hij het doorslikte. Doenjetschka weende wanhopig, totdat de dokter kwam en ons allen gerust stelde.

Deze was eene rimpelige oude vrouw; ze had een zak onder aan haar kin als van een kalkoenschen haan, met een balletje er in, dat zij ons liet voelen. "Met de verschijning van Doenjetschka kwam er ook een ingewikkeld contract in ons huis. Tjemjeschoff was zeer rijk. Hij had geen wettige kinderen. De twee meisjes Doenjetschka en Wjerotschka waren zijne natuurlijke dochters. De laatste was mismaakt.

Ook herinner ik me nog, dat er eens een pruim van de schaal was verdwenen en men de schuldige niet kon vinden. Feodor Iwanowitsch zei met een ernstig gelaat, zonder ons aan te zien, dat het niet zoo erg was dat die pruim was opgegeten, maar als we de pit hadden ingeslikt, dan zouden we moeten sterven. Doenjetschka, die den angst niet meer kon verdragen, zei, dat ze de pit had uitgespogen.

In andere, minderwaardige papieren lezen wij van Mimi en haar dochter Katjenka, "zoo iets van een eerste liefde". Onder den naam Mimi vinden wij de gouvernante van de buren, onder Katjenka een pleegkind der familie terug, door Tolstoi beschreven als Doenjetschka Tjemjeschewa. Van deze Doenjetschka vertelt Tolstoi in zijne herinneringen:

"Behalve de broers en mijne zuster woonde van haar vijfde jaar af bij ons in Doenjetschka Tjemjeschewa, en ik moet vertellen, wie zij was en hoe zij bij ons kwam. "Onder het aantal bezoekers, die ik mij nog uit mijne jeugd herinner, bevindt zich o.a. de man van tante Joeschkoff, van wien ik nog veel zal moeten spreken.

Later hoorde ik dat hij zijn onwettig dochtertje Doenjetschka bij zich had, waarover hij reeds vroeger had gesproken en dat door vader tegelijk met ons zou worden opgevoed. "Van dien tijd af kwam Doenjetschka bij ons in huis. Zij had een breed gezicht, was even oud als ik en had een njanja: Jewpraksija.

"Doenjetschka woonde dus bij ons, was een lief, eenvoudig, rustig, maar dom meisje en daarbij een groote huilebalk. Ik herinner mij, dat ik reeds een weinig Fransch kon lezen en schrijven en dat men mij opdroeg haar de letters te leeren. Ik hield vol, zij begon te weenen, ik ook, en toen er later iemand bij ons kwam, konden wij niet praten, zoo huilden wij.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek