Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 mei 2025


Hij zocht dus en wachtte, verteerde wat hem nog was overgebleven, en ten slotte vervolgd door schuldeischers, door den nood geperst, zocht hij hulp en troost bij zijn vroegeren leerling Hostein, die op dat oogenblik de eerste acteur, de gevierde artist was bij de Directie en bij ’t publiek.

’t Is hier mooi, fijn!” zegt hij zacht, zóó zacht dat de andere ’t niet verstaat en vriendelijk vraagt: „Zei je wat, Walten?” „U woont hier chic, comfortabel, meneer Hostein. Ik hoop niet, dat ik u erg kom hinderen, maar....” „Volstrekt niet, papa Walten; voor u heb ik altijd wel een oogenblikje over.” „Dat dacht ik wel, meneer Hostein.” „?” „Ik zal u ook niet lang ophouden, meneer Hostein.”

Hij wou zich niet eens uitkleeden, ’k heb gauw een vigelant laten halen en hem een van de knechts meêgegeven, om zeker te zijn dat hij goed thuis kwam.” „Zei hij nog wat Hostein?” „Niets, Mevrouw! geen woord, hij was compleet suf.” „Ik ga morgen dadelijk eens naar hem kijken, Schröder.”

Ik heb van Hostein gehoord, dat je in den laatsten tijd.... hm! hoe zal ik ’t zeggen....” „Dat ik oud word, mevrouw! Zeg ’t maar.” „Nu, nu! dat bedoel ik zóó niet, maar.... Zeg! wat denk je voor je benefiet te geven?” „Ik hoopDe Vrek”.” „Ei! dat’s geen kleinigheid. Ben ik er ook in?”

Ga nu nog een oogenblik zitten, dan kalmeer je heelemaal. ’k Heb zoo’n voorgevoel, dat je van avond een succes zult hebben.” Hostein geloofde zelf niet wat hij zei, maar ’t goede hart, dat hij zijn ouden leermeester toedroeg, deed hem zoo spreken. „Hum!” ging hij voort, „ik heb van morgen nog van Schröder gedaan weten te krijgen, dat de souffleur vanavond vrijaf heeft.”

Daar stond hij dan nu voor de deur, gereed om te schellen. Met een zucht, die als een zenuwachtige huivering over zijn lippen gleed, zei hij in zichzelf: „Hier moet ’t zijn,” en keek oplettend naar de zwarte letters op ’t porseleinen naambordje aan den deurpost. „W. F. Hostein’t stond er duidelijk, hij was dus terecht.

Laat ’t scherm vallen, gauw!” roept Hostein, die alles begrijpt, nu hij zijn ouden leermeester daar voor zich ziet, ineengezonken en als vernietigd. „Walten is blijven steken, heeft totaal gebrabbeld,” fluistert Laflèche den Directeur toe, en deze herhaalt luid: „Doek vallen, dadelijk! En ’t orchest laten spelen, totdat er een annonce gedaan kan worden!”

Walten zag er slecht, ellendig slecht en vervallen uit, al had ook Hostein met mevrouw Groote er voor gezorgd, dat hij ten minste een fatsoenlijk pak kleeren had gekregen, waarin hij zich bij zijn bezoeken aan de kunstvrienden en tooneelliefhebbers kon vertoonen. ’t Was werkelijk alsof de man van dag tot dag lichamelijk verzwakte en verviel; de vermoeienis van ’t loopen bracht er misschien ook nog toe bij, dat zijn uiterlijk, hoe fatsoenlijk ’t ook scheen, toch volkomen geschikt was om medelijden op te wekken.

Anderen Op Zoek