Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 mei 2025


Hostein haalde de schouders op en zei glimlachend: „Ieder denkt zijn uil een valk te zijn; Waltens omgeving was in de laatste jaren ook niet geschikt om.....” „Och ja!” viel mevrouw Groote hem in de rede. „Je kunt op hem niet veel peil meer trekken; ik geloof, dat hij in zijn laatste schoenen loopt.

Terwijl de oude man de straat opging, zag Hostein van uit ’t venster hem na en zei in zichzelf: „Arme kerel! ik zal voor je doen, wat ik kan”.

Ook aan ’t bureau van den Schouwburg waren, ten gevolge van de aanplakbiljetten, de advertentiën in de kranten en een paar welwillende dagbladartikelen, waarvoor Hostein en Schröder hadden gezorgd, vrij wat plaatsen genomen, zoodat de oude man aan den vooravond der voorstelling met zekerheid kon berekenen, dat, als er op den speelavond zelf nog wat publiekinliep”, er een batig saldo voor hem zou overblijven, na aftrek van de honderd gulden voorschot, voldoende om aan zijn dochter de tijdelijke opneming in een gesticht te verzekeren.

Hostein werpt vluchtig een blik op ’t oude beduimelde kaartje, dat hij in de hand houdt, leest de woorden: „Tooneelspeler a/d K. S.” en terwijl hij denkt: „Aan den Koninklijken Schouwburg,

Hum! och! ik loop toch, ik kom overmorgenmiddag wel even aan.” En na een groet en een handdruk verlaat Walten de kamer, begeleid door Hostein, die hem aan de trap nog naroept: „’k Zal ’t wel voor je klaren.”

Waarom deed jij zelf ’t niet even Hostein?” „M’n goeie Mevrouw er was geen gelegenheid voor; ’t was hier zoo’n eeuwige consternatie, ik had hem een oogenblik alleen gelaten in mijn kleedkamer, en kwam nog net bijtijds anders was hij stilletjes uitgeknepen.” „Arme sukkel! ik kon ook niet bij hem blijven,’k moest me kleeden voor ’t nastukje.

Hostein ziet zijn voormaligen leermeester, zonder dat deze ’t merkt, met medelijden aan en antwoordt; „Ja, je hebt van de piek op gediend, je hebt alles meegemaakt en ik was nooit geworden wat ik ben, als ik....”

Hostein hield hem tegen, bracht hem in een rijtuig en hij.... hij liet alles met zich doen; zijn wilskracht was verlamd. Zonder dat hij ’t eigentlijk zelf wist, hoe, kwam hij thuis; de tooneelknecht bracht hem de trap op naar zijn woning en verliet hem voor zijn deur met eenvan harte ’t beste meheer Walten!” Bevend en wankelend als een dronken mensch trad hij binnen.

Dat zul je wel!” Toen Hostein verdwenen was, richtte Walten zich met moeite op, trok zijn jas uit, zette zijn hoed af en nam plaats voor den spiegel, op den stoel, dien de andere verlaten had. Een blik in ’t heldere glas riep om zijn lippen een bitter droeven glimlach te voorschijn.

Stil! spreek daar nu niet meer van, hij is al zoo zenuwachtig.” fluisterde Hostein mevrouw Groote haastig toe. „Heeft zij niemand tot gezelschap, Walten?” „Uw schoonmaakster is bij haar, mevrouw.” „O!

Woord Van De Dag

furieuze

Anderen Op Zoek