Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Als hij zoo voor zijn deur zat kant te knoopen, leek hij in 't minst niet gevaarlijk; en hij was zeer hulpvaardig en tegen ieder beleefd. Er waren wel vreemde dingen aan hem, vonden zij: zijn kleeding, b.v. Maar verkeerde de algemeen-geëerde predikant van het dorp, Montmollin, niet hoffelijk met den veel-besproken, zonderlingen vreemdeling?

Daarom wilde hij dit den volgenden morgen herstellen en na een van zijn bedienden gezegd te hebben, wat hij doen wilde, zond hij hem naar zijn vrouw, die zeer verstandig en grootmoedig was, te Pavia, bij wie men de poorten nooit sloot. Daarna leidde hij de edellieden in den tuin en vroeg ze hoffelijk, wie zij waren.

In den beginne ging alles zoo ordelijk en hoffelijk als maar verlangd kon worden: onze moellah's bleven statig en deftig en lieten zich niet veel uit; de padre's waren heel zachtzinnig en floten zoet als vogelaars; de Jood, een volgeling van Maimonides, bleef, dat dient gezegd, ten einde toe waardig, schoon hij niet veel zeide en zich ook niet bijzonder op zijn gemak scheen te voelen; de Parzi was dichterlijk, maar niet altijd heel goed te begrijpen; en wij, we wierpen zoo nu en dan enkele stellingen en bewijsgronden in de discussie, die we bij uwe wijsgeeren van ouds en ook hier en daar bij sommige onzer Arabische en Perzische hadden opgedaan, maar die geenszins in den smaak van de strijdende partijen bleken te vallen.

"Gemeen volk!" hernam Van Guntheim op een toon, die iets minder hoffelijk was: "Van die gemeenheid is mij nog niets ter oore gekomen. Integendeel zegt men dat monsieur en mademoiselle Prevost, niet alleen om hunne uitstekende tooneelgaven maar ook als brave lieden den meesten lof verdienen." "Fi! fi!" schreeuwde Justine, weder invallende, eenigszins onaangenaam hard.

"Ik vraag u om verschooning, zoo ik u wat lang heb laten wachten," zeide hij, zich tot mij wendende op een wijze, die wel hoffelijk was, maar toch altijd als die welke men in acht neemt jegens iemand, die een sport lager op de maatschappelijke ladder staat: "ik had beneden nog iets te verrichten: mijn dochter heeft het u, hoop ik, aan niets laten ontbreken ... immers, aan niets van hetgeen wij u hier kunnen verschaffen," voegde hij er met een bitteren lach bij.

De jonge man, die blijkbaar gereed stond om naar een bal te gaan, stond met zijn hoed in de hand voor Iwaschin en redetwistte opgewonden, maar toch hoffelijk met hem over een onzer gemeenschappelijke kennissen, die zich toentertijd onderscheiden had in den Hongaarschen veldtocht.

Die bleef wat hij altoos geweest was, vandaag ruw, grof, lomp tot beleedigens toe en niet vragende wie hem hoorde bulderen, morgen zoo beschaafd, beleefd en hoffelijk, dat een ieder hunkerde naar een vriendelijk woord van hem. "Wat jammer, dat een zoo groot man een zoo slechte opvoeding heeft gekregen," zei Talleyrand dan ook van hem; doch die had goed praten!

De Spaansche grandes verheugden zich bij de gedachte, dat Columbus, de vreemde indringer, de "zoon van niemand", die over Spaansche edellieden den baas had durven spelen, zijn ondergang nabij was. Columbus gedroeg zich onder deze rampspoeden zoo waardig, zoo hoffelijk, en met zulk een verheven gevoel van eigenwaarde, dat zijn zwakke vijand er door in verlegenheid werd gebracht.

André wandelde door de drie salons te midden der hoffelijk sprekende gasten, en zag, dat het laatste vertrek uitkwam in eene luchtige ~serre~, die met twee wijdopenstaande deuren naar een »geïllumineerden" tuin leidde. De koele luchtstroomen van buiten door de ~serre~ naar de gezelschapszalen zich een weg banend, hadden veelszins bijgedragen tot tempering der Augustus-warmte.

Want Hermes, al had hij dan Euripides naast Plautus gezet, was, naar zijns meesters voorbeeld, een hoffelijk gastheer en wat hij deed om zijn gasten te onthalen, was, dit wist hij, geheel in den geest van zijn afwezigen meester.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek