Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Wij wachtten eigenlijk allen naar u, en er moest zoo iets gebeuren om u het praten te leeren .... Hoelang zouden wij anders nog gewacht hebben? Ge zijt een duikertje .... Neen, neen, zuchtte ze zacht, ik ben zoo ongelukkig! .... Ze zeeg weer achterover en hare vingeren in Vere's handen werden zwak, roerloos.
De Philistijnen willen ons nog dieper dan den grond doen buigen; zij spuwen ons in 't gelaat, want God heeft onze bogen ontspannen en de teugels losgelaten. Heere, God van Abraham, van Isaäc en van Jacob, hoelang nog moet het kwaad ons geworden, terwijl wij het goede verbeiden; hoelang moeten de duisternissen heerschen, terwijl wij het licht verwachten?
De vrouw scheen voor een korte poos tot bovennatuurlijke kracht aangeprikkeld en werkte met wanhopigen ijver voort. "Pas op dat gij er aan blijft," zeide Sambo, "of gij zult van avond wenschen dat gij maar dood waart, zou ik denken." "Dat doe ik nu al," hoorde Tom haar zeggen. En kort daarop zeide zij weder: "O Heere, hoelang? O Heere, waarom helpt Gij ons niet?"
In Kilissely; daar vinden wij een gastvrij onderdak. Hoelang hebben wij te rijden om daar te komen? Van Jersely af, ruim vier uren. Waarom kiest gij juist dat dorp? Het is een bizonder mooie streek, midden in de vlakte van Mustafa, waar alles goedkoop en in overvloed te krijgen is. Hoe ver is het van daar tot Uskub? Acht uren. Goed, dan blijven wij in Kilissely.
Hoelang toch zou het kunnen duren, eer ik het engelsch meester was, dat mij eene zeer moeilijke taal toescheen. Acht dagen hadden wij noodig om van Parijs naar Boulogne te komen, want in de groote steden, die wij doortrokken, Beauvais, Abbeville en Montreuil-sur-Mer, hielden wij ons eenigen tijd op om voorstellingen te geven, teneinde ons kapitaal aan te vullen.
Schimmen van schemering wachtte hen, en leidden hen in 't geheimzinnig rijk. Werden ze één met den nevel, bleven zij toch bestaan binnen den nevel? Eeuwig was het stil, en er woei geen klank meer over van Zeeland, waar de levenden wonen. Als in een bosch, wanneer de nacht nabij is iedere klank zou bevreemding wekken waren zij tezamen. Hoelang? Wie meet den tijd in de eeuwigheid?
Ik brandde van verlangen, om een vraag te doen. Vraag eens hoelang wij hier reeds zijn opgesloten. Sedert veertien dagen. Veertien dagen! Bij onze hoogste berekening waren wij op vijf of zes dagen gekomen. Gij behoeft er nu niet langer meer in te blijven. Houdt goeden moed. Laten wij nu zwijgen, anders kunnen wij niet voortwerken. Nog slechts weinige uren.
Waarvoor zijt ge dan bevreesd, daar ge zelf beweert, dat het water niet meer stijgt? Voelt gij u niet zwaar in het hoofd, geen kloppen of bonzen? Haalt gij gemakkelijk adem? Ik niet. Ik heb hoofdpijn. Ik voel mij of ik in zwijm zal vallen. Mijn slapen bonzen geducht. Ik ben krachteloos. Juist, daarin schuilt het gevaar. Hoelang kunnen wij in deze lucht leven? Dat weet ik niet.
Hoeveel tijd was er noodig om die dikke steenlaag te doorboren? Onze berekeningen waren zeer verschillend: een maand, een week, minstens zes dagen. Hoe zouden wij het nog een maand, een week, zes dagen kunnen uithouden? Wie van ons zou er nog zes dagen leven? Hoelang waren wij reeds zonder eten geweest?
Twee maanden zouden wij van elkander gescheiden zijn. Waar moest ik heen? Toen ik met een bezwaard hart en betraande oogen in de herberg terugkeerde, zag de waard, die in de gang stond, mij strak aan. Ik wilde haastig doorloopen om naar de honden te gaan, toen hij mij tegenhield. En wat zeide uw meester? vroeg hij mij. Hij is veroordeeld. Tot hoelang? Tot twee maanden gevangenisstraf.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek