Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
De bok liep met opgetrokken pooten, want hij vond de bevroren sneeuw erg koud, en hij was er slecht over gestemd, dat hij zijn warm plaatsje bij den hit had moeten verlaten. Karel draaide lustig aan het wiel van de automobile. "Tuf-tuf-tuf-tuf-tuf klonk het achter den bokkenwagen. De beide lantarens gaven een helder licht, en de jongens vonden het een prettig tochtje.
Hoor me dat kind eens gillen!" Dik was ook verschrikt, en hij haastte zich op te staan. Vlug schraapte hij een lucifer aan en stak de lamp op. En wat zag hij? Jantje lag op den vloer met een stoel half over zich heen, en daarop lag het kussen, dat den hit in zijn val gevolgd was.
"Neen, dat was maar gekheid," zei Dik, terwijl hij Jantje bij de hand pakte en hem meenam naar den stal. Hij opende de deur, en stapte met zijn zoontje binnen. En wat zag Jan daar? Hij kon zijne oogen niet gelooven, want daar, vlak naast den hit, stond een prachtige, bonte bok, met twee groote horens op zijn kop en een lange sik aan zijn kin. "Die bok!" riep Jantje verrukt uit.
To hinkande vr byde syda, to mâlande her vm sêda ner vm plêga, hit ne sy that et wêre for hjara ajne held. Alsa nâka thêr jeta-n strêl fon Fryas gâst weldande wêre wårth al et bvwspul to mêna werka forwrochten ånd nimmån ne mocht en hus to bvwande, thåt rumer ånd riker wêre as thåt sinra nêstum.
En onder het smullen vergat hij zijn koppige bui, zoodat Dik weer op den bok kon gaan zitten. Als de hit weer eens niet voort wilde, nam Dik dadelijk een klontje suiker, en dan was de zaak in orde. Maar de hit was slim, en telkens als hij trek kreeg in een klontje, bleef hij midden op den weg staan en ging niet verder, vóór hij zijn zin gekregen had.
Zoodra zij slechts in eenig aantal bijeen zijn ontstaat het gevecht; en niet licht zal ik vergeten hoe de hit, dien ik eens bereed, beide voorpooten over den nek sloeg van het rijdier waarop mijne vrouw gezeten was, om het daarna in de ooren te bijten. Het derde lastdier in Korea is de mensch.
Dat gebeurde spoedig wel al een keer of tien op een dag, zoodat Dik begreep, dat het niet langer ging. Hij gaf den hit geen enkel klontje meer, al bleef hij ook een half uur op den weg staan. Zoo leerde het beest langzamerhand zijn snoeplust weer af. Maar de koppige buien kwamen telkens terug. Wel niet dikwijls, maar toch te veel naar Dik's zin.
Een half uur later kreeg hij zijn Zondagsche pak aan en stapte hij naar buiten, om weer naar zijn bok te gaan kijken. Deze stond heel rustig bij den hit gemaaid gras te eten, en hij keek Jantje aan of hij zeggen wou: "Dat was een rare geschiedenis, hè Jan?" Jan kon zijn bok niet genoeg aankijken, zoo mooi vond hij hem.
"Dat heeft u zelf gezegd." "Nu jongen, een hit kun-je toch ook opeten!" riep Dik terug. "Maar ga nu slapen, en laat je geluid niet meer hooren." Jantje zweeg. Hij was verdrietig, omdat hij geen mooien tol kreeg, of een zak met knikkers. "Iets lekkers, bah, wat heb-je daar nu aan?" dacht hij. De koele nachtlucht had hem huiverig gemaakt, en de warmte van het bed deed hem behaaglijk aan.
"Ja, hier ben ik," zei Jantje, nog voordat zijn Moeder gelegenheid had gehad iets te antwoorden. "En ik wil nooit meer naar school. Vast niet!" Juist op dit oogenblik kwam Dik binnen, die even naar de smederij van Piet van Dril was geweest, om zijn hit te laten beslaan. "Wat is er aan de hand, Anneke?" vroeg hij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek