Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
De herbergier gaf 't echter nog niet op. "Ik wil weten, waar hij heen gaat," zeide hij bij zich zelven, en hij volgde hen op een afstand. Twee dingen waren hem echter gebleven: eene bespotting, het stuk papier door Fantine onderteekend; en een troost, de vijftienhonderd francs. De man voerde Cosette in de richting van Livry en Bondy.
Ik ontsnapte aan zijn argusblik, door mij te verschuilen achter de schoorsteenen van het terras, waar ik in gezelschap van mijn herbergier, die tevens kapper was, zou slapen, en van daar kon ik, hoewel wat haastig, toch verscheiden opnamen doen. 't Was een prachtig gezicht, aan alle zijden die hooge rotsen, waartusschen in grillige bochten de rivier kronkelde.
Bij de Baarpoort trof een kogel G. de Vos, herbergier in de Kroon, te Leupegem. De Vos was zeer oud en hoorde bijna niet meer. De registers van den burgerlijken stand der stad Oudenaarde bewaarheden het grootste gedeelte van de Rantere's verhaal. Naar Zottegem. Achttien kilometers scheiden Oudenaarde van Zottegem. Tusschen beide plaatsen liggen Eename, Welden, Munkzwalm en Rooborst.
De man ging met het kind het bosch in, en liet den herbergier verbluft staan. Terwijl zij voortgingen, beschouwde Thénardier de breede eenigszins gewelfde schouders en de grove vuisten van den man. Toen viel zijn blik op zijn eigen tengere armen en magere handen. Ik ben toch zeer dom geweest, dacht hij, dat ik mijn geweer niet heb medegenomen, daar ik op de jacht ging.
De grootvader hield zich nochtans bij zijn meening en zeide: "Hij is verliefd; ik ken die dingen." Marius was nu en dan afwezig. "Waar zou hij toch heengaan?" vroeg tante. Zijn reisjes waren altijd van korten duur. Eens was hij naar Montfermeil gereisd om den last te vervullen, dien zijn vader hem had achtergelaten, en had er den ouden sergeant van Waterloo, den herbergier Thénardier gezocht.
Daarbij zijn er aandoeningen die rillingen over de leden brengen en Frits moest die gevoelen nu hij zijne vaderstad binnentrok, en hij zag niet in, waarom hij zich voor een herbergier geneeren zou; hij draaide dezen dus den rug toe en hulde zich nog dichter in zijn mantel!
De herbergier fluisterde hem een paar woorden in 't oor, en de jongen liep ijlings heen in de richting van 't Stadhuis. De reiziger had van dat alles niets gezien. Hij vroeg nog eens: "Wordt er spoedig gegeten?" "Aanstonds!" herhaalde de kastelein. De knaap kwam terug; hij bracht het papier weer mede. De kastelein opende het haastig, als iemand die een antwoord verwacht.
Ik heb trouwens geld, en zal goed betalen. Vergeving, mijnheer de herbergier, hoe heet ge? ik zal betalen wat ge vraagt. Ge zijt een braaf man. Ge zijt herbergier, niet waar? "Ik ben een priester, die hier woont," zei de bisschop. "Een priester!" herhaalde de man. "Ha, zoo, een waardig priester! Dus vordert ge geen geld van mij? de pastoor, niet waar? de pastoor van die groote kerk?
En hij deed de deur voor mijne neus dicht, zonder een woord erbij te voegen. Sedert mijn komst in Engeland had ik genoeg van de taal geleerd om die weinige woorden te begrijpen; maar er was één woord in, het belangrijkste, dat voor mij onverstaanbaar was. Louis, had de herbergier gezegd; waar lag dat land?
"Ei, dan moeten de schrijvers van uwe heldengeschiedenissen 't niet recht goed geweten hebben," antwoordde de guitige herbergier met gemaakte deftigheid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek