Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Er schoot niet anders over dan aanstonds te vertrekken; en laat in den nacht kwamen wij in het dorp Topanfalva, waar een magyaarsche herbergier zich over ons ontfermde. Eenige mijlen voorbij Topanfalva beginnen de goudwasscherijen.

Het werd insgelijks ontdekt, dat zij ten minste tweemaal 's maands, en altijd aan hetzelfde adres schreef, en de brieven frankeerde. Men slaagde er in, het adres te bekomen: "Mijnheer, den heer Thénardier, herbergier te Montfermeil." Men hoorde in de kroeg den openbaren schrijver uit, een oud man, die zijn maag niet met rooden wijn kon vullen, zonder zijn zak van geheimen te ledigen.

"Zwarte Pietro," zooals hij in de wandeling genoemd werd, was eens op een zomeravond met zijn vrouw in het dorp gekomen en had in de kleine herberg gevraagd of er hier in het dorp niet een huisje te huur was. "Jawel, vreemdeling," antwoordde de herbergier; "maar het is heel afgelegen en wel een half uur buiten het dorp, de bergen in!"

De herbergier, een zekere Andreas Corcuelo, was de grootste kletskous van heel Asturie en vertelde even graag zijn eigen zaken als hij begeerig was die van anderen te hooren.

Toen ik u zag binnenkomen, vermoedde ik iets en zond naar 't Stadhuis; ziehier wat men geantwoord heeft. Kunt ge lezen?" Dit zeggende, reikte hij den vreemde het opengevouwen papier, dat uit de herberg naar 't Stadhuis was gegaan en van 't Stadhuis naar de herberg terug. De man sloeg er een blik op, en na eenig zwijgen hernam de herbergier: "Ik ben gewoon jegens iedereen beleefd te zijn. Ga heen."

"Larie!" zeide Joan, den herbergier vrij onzacht bij den arm grijpende: "mijn paard weerom, òf ik klaag u zoo dadelijk aan bij het gerecht." "Ai mij!" hernam de waard, terwijl hij zich uit de handen van een zoo geweldige weerpartij zocht los te maken. "Geen aimijen meer! mijn paard weerom, en terstond!"

Rekent gij er dan op, dat ik u al dien tijd huisvesting zal geven? O neen, mijnheer, ik reken op niets. Ik sprak de zuivere waarheid; ik rekende op niemand. Welnu, kereltje, vervolgde de herbergier, daar hebt gij gelijk in; uw meester is mij reeds een aanzienlijke som schuldig; ik kan u twee maanden lang geen krediet geven, zonder te weten of ik op stuk van zaken betaald zal worden.

Het weer was bijzonder heet, en de hitte en de vermoeienis van de reis maakten den ouden man zóó ziek, dat hij verplicht was enkele dagen in het dorp Myojo te blijven. Hij ging naar een kleine herberg en vroeg Jimpachi den herbergier, zijn geld voor hem te bewaren, terwijl hij er bij voegde, dat het een offerande was, die hij bracht aan de Goden te Ise.

Toen hield hij zijn grooten duim op de briefjes en zeide tot den herbergier: "Haal Cosette." Wat deed Cosette, terwijl dit plaats had? Cosette was terstond bij haar ontwaken naar haar klompje geloopen, en had daarin het goudstuk gevonden.

De koopman, die dacht, dat bij ongeluk kinderen in zijn kamer verdwaald waren, berispte hen zachtmoedig en maakte zich gereed weer in slaap te gaan. Na een oogenblik stilte riepen de kinderen weer: "Is mijn oudste Broeder niet erg koud?" "Neen, jij bent zeker koud?" Haastig ging hij den trap af en vertelde den herbergier, wat geschied was. De herbergier was boos.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek