United States or Saint Lucia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Rowley weer binnenkwam met boeken voor de Duitsche les, werd zij gevolgd door het keurige dienstmeisje, ook door Hedwig met bewondering aanschouwd, dat allerlei benoodigdheden binnenbracht voor de afternoon-tea.

"En ik vertrouw dat u begrijpen zult dat zij te oud is om hoofdzakelijk aan spelen te denken." "O ja zeker, mevrouw," haastte Hedwig zich te antwoorden. "Als u nu nog even wachten wilt," zei de barones, "dan kan ik u zeggen...." Zij eindigde den zin niet en ging aan een schrijftafeltje zitten, een eind van Hedwig en het kind af. "Wanneer komt u bij ons?" vroeg het kleine meisje fluisterend.

"Ik neem al vast geen schommelstoel, dat weet ik ten minste wel," zei Hedwig lachend, terwijl zij naar hartelust heen en weer zat te schommelen voor het vuur, "want daaraan ben ik hier veel te veel verslaafd geraakt, maar in ieder geval...."

Het was echter op een zonnigen Septemberdag dat zulk een voorval werkelijk plaats had, juist toen enkele onderwijzeressen, waaronder ook Hedwig, thuis kwamen van een middagwandeling langs de schilderachtige rivier de Dee, waarop plezierbootjes en zeilschepen tot een frisch watertochtje schenen uit te noodigen.

Zij zweeg en ging lachend om Hedwig's nieuwsgierig gezicht, de kamer uit. In groote spanning bleef Hedwig achter. Wat, wat kon het zijn? Waar zou zij misschien tegen Juni heen kunnen gaan? Ze vouwde de handen achter het hoofd samen en leunde achterover in haar stoel, innig het gevoel van rust genietend, dat zij voor 't oogenblik althans, in veilige haven was aangeland.

Toen, terwijl zij Hedwig met hare donkerblauwe oogen ernstig aanzag: "Ik houd al veel van u!" "Dat weet je nog niet, daar weet je nog niets van," riep Hedwig plagend. "Jawel, jawel, ik weet het juist wel, ik weet het zeker," zei Tieka met nadruk.

En steeds als in een droom liet zij zich lijdelijk verder brengen, zonder het ook maar in 't minst vreemd te vinden dat zij, Hedwig Eiche, zich nu in een ziekenhuis bevond en door een pleegzuster gesteund, door breede, hooge gangen liep, waarop ontelbare deuren van ziekenkamers uitkwamen.

Telkens hoorde Hedwig het korte, droge kuchje en waar ze maar kon, hielp zij het zwakke kind en gaf haar een vriendelijk woord.

Hij hield het hoofd wat voorover gebogen en gaf door zijne houding een indruk van verveling, die geheel in overeenstemming scheen met zijne omgeving en het sombere weer buiten. Wat zag het er daar ook naargeestig en doodsch uit, vond Hedwig. Zij moest eens even zuchten; toen riep zij op een toon, dien zij te vergeefs trachtte spottend te maken: "O, wonderschoon Glengariff! Ach Balvourneen!

May schoof dicht naar Hedwig toe als om te toonen dat zij het heel prettig vond naast haar te mogen zitten en Hedwig glimlachte, maar bedacht bij zichzelf dat het werkelijk zeer noodig zou wezen, Nesta voor haar ondeugendheid te straffen. Het was jammer dat juist dit driftige, moeielijke kind zoo onverstandig werd opgevoed en veel meer verwend werd dan de andere.