Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


Nu! dat daargelaten: Harmen Pulver is ook niet mal: en ik weet wat ik denk, zooals de vent in 't dolhuis tegen den oppasser zei."

Zoo noemde de een zich Jan Pieterszoon, de ander Klaas Dirkszoon, een derde Harmen Tijmenszoon en zoo heette ook onze graanhandelaar, toen hij te Amsterdam kwam wonen, Laurens Jakobszoon.

"Dat alles is waar," hervatte de Onderschout: "maar daar is bloed van onze poorters gestort: daar is schipper Harmen Harmsz., die zijn neus kwijt is, en de bakker aan de Nieuwsteeg, die een houw in 't been heeft, en anderen meer, die builen en blutsen hebben. Moet onze burgerij zich door vreemdelingen straffeloos laten mishandelen?"

Zij stootte een zijdeur open en wij zagen een man zitten met een sitsen gebloemden japanschen rok aan zijn bast, druk bezig met schrijven. "Hier zijn de twee Hollanders. Papa!" zeide het Juffertje. De vreemde Heer keek op: het was warentig de rooverkapitein. "Hoe heet je?" vroeg hij, terwijl hij mij strak aankeek. "Harmen Pulver," zei ik: "Wat duivel spreekt UEd. ook al Duitsch?"

"Pas maar op, Geeraart," antwoordde Frans met ongevoeligheid, "want zoo gij misslaat, wordt gij dood geworpen gelijk de beul Harmen; maar dan zal ik u bijstaan." De jonge scherprechter bezag Lina met diepe droefheid en ging naar de deur om het meisje te verlaten, eenen traan uit zijn oog vegende.

"Ja majoor, juist," zegt Eva snel, en wisselt dan een blik met haar moeder, die Kartenglimp niet ontgaat en waardoor hij opnieuw in de overtuiging wordt versterkt dat mijnheer de graaf van Armeloo ook bij die mooie dochter een nul in 't cijfer is. Best! als hij 't maar weet! "Zoon van Peter Harmen niewaar?" vervolgt Kartenglimp; "welgesteld landbouwer aldaar."

Als men den mullen zandweg, die door de duinen van 's-Gravenhage naar Leiden liep, afkwam, trad men over de breede vest, de poort binnen, ouder en kleiner dan de tegenwoordige; links daarbinnen lag de steeg, die gij kent. In het eene gedeelte woont Harmen Gerritszoon.

Men heeft immers den beul Harmen doodgeslagen en den beul Hansken aan den Kroonenburgtoren verdronken?" "En wat hadden die menschen gedaan, moeder?" "Dit weet ik niet, niets, geloof ik. Maar dit is, omdat de beulen zoovele onnoozele menschen ophangen." "Wel, de beul moet doen wat de schout hem gebiedt, moeder; waarom verdrinken ze dan liever den schout niet?" "Ho! ho!

J. M. Bokma, te St. Jacobi-Parochie. J. Fopma Bonnema Hzn. Landbouwer te Tjummarum. R. J. Boorsma, Assessor van Baarderadeel te Weidum. Mr. J. C. G. Boot, Rector van het Gymnasium te Leeuwarden. Harmen H. Bosma, Koopman te Oosterend. IJ. Bosma, Kweekeling te Bergum. J. Brandsma, Notaris te Schiermonnikoog. Mr. P. Brantsma, Officier van Justitie bij de Regtbank te Heerenveen. Jhr.

Hy is eigenaar van een huis, dat in den gevel, in eenen steen uitgebeiteld, den naam draagt van »Nooit gedacht." Dien ten gevolge, ook om hem te onderscheiden van anderen, die den zelfden geslachtsnaam dragen als hy, wordt deze Harmen de Vries in het dageliksche leven gewoonlik Harmen Nooitgedacht genoemd. In dezen bynaam steekt niets onteerends.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek